Keuringsbijzonderheden.
In dit verslagjaar is er door de epidemie van varkenspest en die
van het mond- en klauwzeer bijzonder veel werk geweest voor
de keuring.
Bij 930 slachtdieren werd de goedkeuring onthouden.
Gespecificeerd was dit bij:
346 runderen, 19 graskalveren, 18 vette kalveren, 20 nuchtere kal
veren, 502 varkens, 12 paarden en 13 schapen.
In dit jaar werden er 534 noodslachtingen aangevoerd, nl. 347
runderen, 37 graskalveren, 11 vette kalveren, 12 nuchtere kalve
ren, 63 varkens, 56 paarden en 8 schapen.
Er werden aangevoerd 567 cadavers, nl. 110 runderen, 51 gras
kalveren, 19 vette kalveren, 920 nuchtere kalveren, 34 paarden, 55
varkens, 7 schapen en 1 geit.
In de noodslachtplaats te Etten-Leur werden gekeurd:
25 runderen, 2 graskalveren, 1 vet kalf.
Cysticercus inermus (blaasworm van menschenlintworm).
De blaasworm werd geconstateerd bij 56 dieren, nl. bij 49 run
deren en 7 graskalveren.
In 13 gevallen (12 runderen en 1 graskalf) waren de firinen nog
levend, en werd het vleesch gekoeld of bevroren.
2 runderen, behept met finnen, werden van elders naar het
slachthuis alhier gezonden voor koelen of invriezen.
Als steeds is het nu weer opgevallen, dat in de slagerijen in
de buitengemeenten minder finnen werden geconstateerd dan in
1 bet openbaar slachthuis.
Het overzicht is aldus: rund kalf
in het slachthuis 45 7
in de dorpslachterijen 4
Tuberculose.
runderen
Aantal gevallen:
948 °/ovan het totaal aantal gewone
en noodsl. 21°/o (vorig jaar 15.7°/o).
graskalveren
vette kalveren
nuchtere kalveren
éénhoevige dieren
varkens
schapen
geiten
5
7
1
1
474 3.7% (vorig jaar 3.2%).