krachten in deze categorie in 1936 werd in 1937 een aantal bereikt
van 358.
Deze toeneming had betrekking op bouwbedrijven met 9 hout
bewerking 9 metaalbewerking 26 verkeerswezen 24 kantoor
personeel 13 arbeiders zonder bepaald beroep 49 bloemisterij
5 en bereiding van voedings- en genotmiddelen 5.
Het aantal aanvragen om vrouwelijke arbeidskrachten liep in
totaal met 130 terug niettemin verminderde het aantal plaatsingen
slechts met 17, uitsluitend betrekking hebbende op werkzoekenden
in den leeftijd van 18 jaar en ouder, zoodat het aantal plaatsingen
van jeugdigen (ben. 18 jaar) juist gelijk bleef aan het aantal
van 1936. Deze teruggang van het aantal aanvragen om vrouwe
lijke arbeidskrachten kwam voor het grootste deel voor rekening
van de groep fabrieksarbeidsters, van wie er 82 minder werden
gevraagd; verder verminderde de vraag naar dienstboden (groep:
huiselijke diensten) met 35, waarin het optreden van de Rijks
ambtenares voor deze categorie kan worden gezien, doordat zich
steeds meer vraag bij deze nieuwe functionaresse concentreert en
naar wie de aanvraagster door ons worden verwezen.
Het aantal inschrijvingen van mannen beneden de 18 jaar nam
in het verslagjaar met 266 toe, welk resultaat mede te danken is
aan den invloed van de Jeugdregistratie.
De loonen in de gemeenten Breda, Ginneken en Princenhage
bleven zich om het peil bewegen van 1936.
Kennisgevingen van stakingen, zooals bedoeld in het K.B. van
8 December 1931, no. 497, werden voor deze drie gemeenten,
evenals in 1936, niet ontvangen.
Aangaande de werkzaamheid van instellingen als Jeugdregis
tratie, Centrale werkplaatsen etc. moet worden verwezen naar het
verslag der gemeente Breda.
HOOFDSTUK IV.
Arbeidsbemiddeling in de gemeenten Breda, Ginneken en
Princenhage.
ALGEMEEN.
De resultaten van de arbeidsbemiddeling worden voor elke
gemeente niet afzonderlijk genoteerd. Het onderstaande betreft,
gelijk in vorige verslagen, de bemiddeling der drie genoemde
gemeenten, gezien als één gebied.
6