56
De gemeente-begrooting dienst 1937 werd bij raadsbesluit van
22 December 1936 vastgesteld in ontvangsten en uitgaven op
een bedragi van 4.461.504,56 (gewone dienst) en 2.660.833,50
(kapitaaldienst) en goedgekeurd bij besluit van Gedeputeerde
Staten van Noord-Brabant van 10 Augustus 1937, G. no. 624.
Bij raadsbesluit van 11 Februari 1937, goedgekeurd door Gede
puteerde Staten d.d. 17 Februari d.a.v., G. no. 367, werd een geld-
leening, groot 280.000,-aangegaan met de door de firma Staal
en Co. te 's-Gravenhage aan te wijzen geldgeefster tegen den
koers van 100°/o en een rente van 33/4°/o.
Bij raadsbesluit van 11 Februari 1937, goedgekeurd door Gede
puteerde Staten d.d. 24 Februari d.a.v., G. no. 167, werd de rente
van de 4r>/s°/o annuïteitsleening met de Stichting „Algemeen Mijn
werkersfonds van Steenkolenmijnen in Limburg", gevestigd te
Heerlen, aangegaan bij raadsbesluit van 29 November 1926 en
goedgekeurd door Gedeputeerde Staten d.d. 7 December 1926, G.
no. 134, oorspronkelijk groot 300.000,restant per 1 October
1936 280.258,95, verlaagd tot 33/4°/o, ingaande 1 Februari 1937.
Bij raadsbesluit van 11 Maart 1937, goedgekeurd door Gede
puteerde Staten d.d. 17 Maart d.a.v., G. no. 398, werd een geld-
leening, groot 400.000,aangegaan met de door de N.V. Nati
onale Maatschappij voor Kasgeldleeningen Mulié en Co. te
's-Gravenhage aan te wijzen geldgeefster tegen den parikoers en
een rente van 35/s0/o.
Bij raadsbesluit van 31 Maart 1937, goedgekeurd door Gedepu
teerde Staten d.d. 14 April d.a.v., G. no. 250, werd de rente van
de 4V4°/o geldleening, aangegaan met de N.V. Pensioenverzeke-
rings-Maatschappij „Metallicus" te Rotterdam, bij raadsbesluit
van 29 Augustus 1935, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten d.d.
4 September 1935, G. no. 309, oorspronkelijk groot 100.000,
restant per 1 Januari 1937 98.290,verlaagd tot 4°/o met ingang
van 1 Juni 1937.
Deze zelfde leening werd bij raadsbesluit van 12 October 1937,
goedgekeurd door Gedeputeerde Staten d.d. 27 October 1937, G.
no. 93, restant per 1 Januari 1938 96.508,verlaagd tot 33/4°/o
ingaande 1 Januari 1938.
Bij raadsbesluit van 29 April 1937, goedgekeurd door Gedepu
teerde Staten d.d. 12 Mei d.a.v., G. no. 279, werd de rente van de
4% geldleening, oorspronkelijk groot 500.000,restant per 1
Januari 1937 473.000,aangegaan met de N.V. Levensverzeke-
rings-Maatschappij „Utrecht", verlaagd tot 33/4%>, ingaande 1
Juli 1937.