90
„Verschillende voorwerpen werden aangekocht, ten geschenke
„ontvangen en in bruikleen verkregen.-
„Ook de Bisschoppelijke Verzameling mocht aanwinsten
„boeken.
„De ontvangsten over het jaar 1937 bedroegen 1098,86,
„terwijl de uitgaven een bedrag van 548,87 beliepen. Hierdoor
„verminderde het nadeelig saldo 1936, hetwelk 884,21 bedroeg,
„tot 334,22 per 1 Januari 1938."
Aan de Commissie voor het geven van beiaard-concerten werd
voor het jaar 1937 een gemeentelijk subsidie van 250,toege
kend, terwijl aan de Commissie tot voorbereiding van volkszang-
dagen een subsidie van 480,werd verleend. Verder stelde de
Gemeente 1440,beschikbaar voor de volksconcerten, welke
onder de auspiciën van de Vereeniging „Breda Vooruit" gedurende
net winterseizoen werden gegeven door het Utrechtsch Stedelijk
Orkest. Voor het geven van concerten op de Groote Markt ge
durende het zomerseizoen werd 1500,uitgegeven.
Voor het restaureeren van de Groote of O.L. Vrouwe-Kerk
werd van gemeentewege in 1937 als drie en dertigste bijdrage in
de kosten daarvan verstrekt 8500,Reeds vanaf 1904 wordt
jaarlijks een bijdrage in de restauratie-kosten toegekend. Aan
vankelijk bedroeg zij 3000,per jaar; in 1910 werd zij verhoogd
tot 4000,in 1919 tot 6000,— en in 1921 tot 6500,—. Bij
raadsbesluit van 30 Juli 1929 werd besloten, voor een tijdvak van
16 jaar, aanvangende 1930, een jaarlijksche bijdrage van
8500,te verleenen, onder voorwaarde, dat het Rijk 50°/o in
de geraamde kosten en de provincie evenveel als de gemeente
in die kosten zou bijdragen.
In het verslag omtrent de restauratie over het jaar 1937, lezen
wij, dat het jaar 1937 sluit met een nadeelig saldo van 13.655,645;
dit bedrag is echter feitelijk te verminderen met 8000,omdat
de Provincie de toegezegde subsidie over 1937 nog niet heeft be
taald. Het wordt dan een nadeelig saldo van 5655,64® (vorig
jaar 2237,02®).
HOOFDSTUK XV.
Eeredienstcn.
Het aantal kerkgebouwen, aan den openbaren eeredienst ge
wijd, bedroeg in 1937 evenveel als het vorig jaar.
Gevestigd zijn:
t. Van de Roomsch-Katholieke Gemeente:
Behalve het kerkgebouw van de Eerw. Paters Capucijnen, de
