e in mindering gekomen woning Boschstraat 8 eerst in het 2e halfjaar n.l. einde September, vekocht werd. Verhuizingen. Er hadden gedurende het verslagjaar 85 verhuizingen plaats waar van 10 naar een andere gemeentewoning. Tot dit laatste soort ver verhuizingen wordt slechts in dringende gevallen toestemming ver leend. Woningaanvragen Groepen a tot en met h. Het aantal ingeschrevenen voor een gemeente-woning bedroeg op 1 Jan. 1939 14. In 1938 werden ingeschreven 141 candidaten, afgevoerd 40 candidaten eertijds gegadigden, en aan een woning geholpen 87, zoodat op 31 Dec. 1938 stonden ingeschreven 28 candidaten. Zooals hierboven vermeld bedroeg het aantal verhuizingen van be woners van gemeente-woningen naar particuliere woningen 75. Het aantal onbewoonde woningen bedroeg 1 op 31 Dec. 1938 tegen 13 op 31 Dec. 1937, zoodat boven het aantal der in 1938 leeggekomen wo ningen nog 12 gegadigden aan een gemeente-woning konden worden geholpen. Huuropzeggingen. Aan 2 gezinnen werd wegens wanbetaling de huur opgezegd. Van een dier gezinnen was de huur geregeld van het pensioen van den man ingehouden. Na diens overlijden werd de huur zeer ongeregeld betaald. Door tusschenkomst van een der zoons werd na de huuropzegging verdere wanbetaling voorkomen en de schuld afbetaald, zoodat de huuropzegging kon worden ingetrokken. Van het andere gezin werd de huur van de steun der vrouw, die weduwe was, ingehouden. Daar zij trouwde met iemand buiten de gemeente kreeg haar man geen steun, terwijl haar de steun werd ontnomen vanwege haar huwelijk. Om verder oploopen der huur schuld te voorkomen werd haar de huur opgezegd. Na eenigen tijd werd den man steun toegekend en werd de huur der woning door hem overgenomen en een regeling tot afbetaling der schuld getroffen, waarna de huuropzegging kon worden ingetrokken. Aan een gezin werd door voortdurend veroorzaken van burenruzie de huur opgezegd, mede op advies der politie. Na voor den Kanton rechter te zijn gedagvaard, verliet het gezin de woning.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1938 | | pagina 112