5
Bevordering.
De bevordering tot een hooger leerjaar was in 1938 als volgt:
Van het le naar het 2e leerjaar:
Aanwezig 215 leerlingen, waarvan 18 naar de afdeeling Electro-
montage, 8 naar de afdeeling Instrumentmaken, 42 naar de af
deeling Motorrijtuig- en Rijwielherstellen, 49 naar de afdeeling
Machine-Bankwerken, 24 naar de afdeeling Timmeren, 3 naar de af
deeling Meubelmaken en 11 naar de afdeeling Schilderen
Niet bevorderd 42 leerlingen, waarvan 4 electriciens, 1 instrument
maker, 16 motorrijtuig- en rijwielherstellers, 9 machine-bankwer
kers, 9 timmerlieden, 1 meubelmaker en 2 schilders.
Bovendien zijn nog 18 leerlingen naar een andere afdeeling van
het le leerjaar overgegaan op eigen verzoek.
Einddiploma.
Van de 156 leerlingen, welke in April 1938 den drie-jarigen cursus
(voor het laatst) hadden doorloopen, kon aan 5 leerlingen geen
diploma worden verstrekt wegens onvoldoende vorderingen.
De 151 leerlingen, aan welke het „getuigschrift" kon worden
uitgereikt zijn:
27 electriciens-instrumentmakers.
45 motorrijtuig- en rijwielherstellers.
40 machine-bankwerkers.
25 timmerlieden.
3 meubelmakers.
11 schilders.
Van de 166 leerlingen, welke in April 1938 den twee-jarigen cursus
(voor het eerst) hadden doorloopen, kon aan 37 leerlingen geen
diploma worden verstrekt, op grond van onvoldoende vorderingen.
De 129 leerlingen, aan welke het „getuigschrift" kon worden uit
gereikt zijn:
16 electriciens.
8 instrumentmakers.
34 motorrijtuig- en rijwielherstellers.
40 machine-bankwerkers.
19 timmerlieden.
5 meubelmakers.
7 schilders.
„Van Coothprijzen".
De „Van Coothprijzen" voor ijver, gedrag en schoolbezoek werden
uitgereikt aan de leerlingen:
Van het 3e leerjaar: A. Potters, A. Roelands, J. v. Roosmalen, J.
Jacobs, C. Jacquet, A. Brekelmans, H. Kok en C. v. Teeffelen.
