7
Kennisgevingen van stakingen, zooals bedoeld in het K.B. van
8 December 1931, no. 497, werden voor deze drie gemeenten, even
als in de jaren 1936 en 1937, niet ontvangen.
HOOFDSTUK IV.
ARBEIDSBEMIDDELING IN DE GEMEENTEN BREDA, GINNEKEN
EN PRINCENHAGE.
Algemeen.
Voor het eerst werden de resultaten van de arbeidsbemiddeling voor
deze drie gemeenten afzonderlijk aangeteekend. De bijlagen hebben
uitsluitend betrekking op de gemeente Breda. De cijfers voor de ge
meenten Ginneken en Princenhage zijn opgenomen onder de Agent
schappen van het district.
Bemiddeling.
Zooals uit het onder Hoofdstuk III gegeven overzicht kan blijken,
nam de plaatsing van mannen van 18 jaar en ouder (a) met 422
toe. Deze toename is echter voor een belangrijk deel te danken aan
de bemiddeling voor overheidsdiensten en bedrijven; in 1937 kon deze
tak van bemiddeling ruim 300 plaatsingen boeken, welk aantal in
1938 opliep tot ruim 600. Niettemin blijft er dan toch nog een toe
name van 125 plaatsingen bij particuliere werkgevers.
De plaatsingen buiten de gemeente hadden vooral betrekking op
bouwvakarbeiders alsook eenige metaalbewerkers.
De vraag naar mannelijke jeugdige arbeidskrachten (beneden 18
jaar) handhaafde zich nauwkeurig op het cijfer van het voor
afgaande jaar, t.w. 358. Hiervan werden er 246 voldaan, dus slechts
3 minder dan in 1937. Niettemin blijkt uit het getal der niet voldane
aanvragen duidelijk een tekort aan jeugdige arbeidskrachten. Het
aanbod bleef dan ook bij de vraag achter in de beroepen kleermaker,
kappersbediende, loopjongen, slagersknecht, bakkersknecht; in het
drukke seizoen ook bij de beroepen timmerman en schilder. In de
beroepen van bankwerker, draaier, electricien konden vraag en aan
bod zich vrijwel dekken. Voor fabrieksarbeiders was weinig gelegen
heid tot plaatsing; slechts in het drukke seizoen van de Hero-fabrieken
overtrof de vraag het aanbod.
Opvallend is de vermindering van het aantal aanbiedingen van
vrouwelijke werkzoekenden. In den leeftijd van 18 jaar en ouder
deden er zich slechts 450 inschrijven, welk aantal in 1937 nog 546 be
droeg en in 1936 zelfs 650. Bij nadere beschouwing blijkt, dat deze
vermindering in het aanbod zich vooral uitte in de groep „huiselijke
diensten", waarin het aantal aanbiedingen van 1936 op 1938 achter
eenvolgens daalde van 461 op 397 tot 302. Ook de groep „arbeiders