56 De gemeente-begrooting dienst 1938 werd bij raadsbesluit van 2 December 1937 vastgesteld in ontvangsten en uitgaven op een bedrag van 4.679.341,18 (gewone dienst) en 400.597,44 (kapitaal- dienst) en goedgekeurd bij besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van 29 Juni 1938, G. no. 572. Bij raadsbesluit van 29 November 1938, goedgekeurd door Gedepu teerde Staten d.d. 11 Januari 1939, G. no. 103, werd een geldleening, groot 131.250,aangegaan met de Levensverzekering-Maatschap pij „Oude Haagsche van 1836" te 's-Gravenhage tegen den koers van 100% en een rente van 3Vi%. Deze leening is een z.g. conversie- leening. Voorts werden de volgende kasgeldleeningen aangegaan: Van 15 Februari tot 16 Mei 1938, groot 300.000,tegen een rente van Vt%; van 16 Maart tot 30 Juni 1938, groot resp. 200.000,en 200.000,-, tegen een rente van 3/io% van 30 Maart tot 30 Juni 1938, groot 500.000,tegen een rente van '/4%; van 15 Mei tot 30 September 1938, groot 300.000,tegen een rente van 0,23%; van 30 Juni tot 30 September 1938, groot resp. 400.000,en 500.000,tegen een rente van 3/io% van 30 September tot 30 December 1938, groot resp. 500.000,en 200.000,tegen een rente van 3/i«% resp. F/4% van 30 September tot 31 December 1938, groot 300.000,tegen een rente van 0,23%; van 30 December 1938 tot 30 Maart 1939, groot resp. 500.000, 450.000,— en 250.000,tegen een rente van >/4% van 31 December 1938 tot 31 Maart 1939, groot 300.000,tegen een rente van 0,23%. Bij raadsbesluit van 26 April 1938, goedgekeurd bij Koninklijk Be sluit van 2 Juli 1938, no. 23, werd het aantal te heffen opcenten op de Gemeentefondsbelasting voor het belastingjaar 19381939 vast gesteld op 75.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1938 | | pagina 58