2
Personeel.
Het overige personeel bestond uit 59 man, ingedeeld als volgt:
1 monteur le klasse.
2 monteurs.
2 monteurshelpers.
1 timmerman.
1 schilder.
14 chauffeurs.
34 arbeiders.
2 jeugdige werklieden.
1 waker.
1 incasseerder.
Voor 647 vacantiedagen en voor 18 verlofdagen werd een loonbedrag
van 3166,69 uitgekeerd.
Het aantal ziektedagen bedroeg 331.
De indeeling in klassen onderging geen wijziging.
Het aantal ongevallen bedroeg 6; de uitkeering 194,74.
Aan arbeidsloon werd in totaal een bedrag van 88050,63 uitge
keerd, de pensioenbijdragen der werklieden niet inbegrepen.
Aan kindertoeslag werd uitbetaald 4831,40.
Voor verzekering van losse arbeiders werd 523,25 uitgegeven.
De pensioenbijdragen der werklieden bedroegen 7362,18.
De premies ziektewet der werklieden bedroegen 59,50.
Een arbeider heeft den dienst met pensioen verlaten.
Op 14 Mei bleken vele straten als bezaaid te liggen met puin en
glasscherven, terwijl slechts zeer weinig personeel aanwezig was.
Er is daarom zooveel mogelijk los personeel extra aangenomen en
weer ontslagen naarmate de vaste werklieden terugkeerden. Eerst op
5 Augustus 1940 was het vaste personeel weer compleet. Ook de ben-
zineschaarschte heeft wijziging in de diensten ten gevolge gehad,
waardoor vermeerdering van personeel noodig was. Een en ander
heeft het noodzakelijk gemaakt het voor arbeidsloon geraamde bedrag
te overschrijden.
Verordeningen en Besluiten.
Ingevolge de verordening van 22 November 1940 wordt het keuken
afval sedert 27 November opgehaald door een tiental vergunning
houders, ten einde dit afval voor veevoeder beschikbaar te krijgen.
Gebouwen en Bestrating.
Aan onderhoud gebouwen en bestrating werd uitgegeven f 1122,62.
Materieel.
Het materieel bestaat uit:
2 spoelauto's;