6 PERSONEEL. Gedurende 1940 heeft het geheele personeel zijn taak met lof- waardigen ijver vervuld. Op den 12en Mei verliet wegens evacuatie het personeel de stad. Niet onvermeld moge blijven hetgeen door eenigen van het per soneel verricht is in de dagen direct na de evacuatie, waardoor het mogelijk was in betrekkelijk korten tijd de gas-, stroom- en water voorziening normaal te doen verloopen. Hierover werd een afzonder lijk rapport opgesteld. Gelukkig is tengevolge van den oorlog niemand ernstig getroffen geworden, terwijl ook later geen ongevallen zijn voorgekomen. Met ingang van 1 April werd benoemd in vasten dienst tot amb tenaar van de propaganda J. Franssen. Met ingang van 1 Juli werd in vasten dienst aangesteld tot hoofd opzichter gasfabriek R. Gerssen. Met ingang van 1 Juli werd in vasten dienst aangesteld tot meter - opnemer-geldophaler H. A. Frishert. Met ingang van 1 Mei werd eervol ontslag verleend wegens het bereiken van den 65-arigen leeftijd de monteurs-helper J. Markus. Met ingang van 7 Juli werden eervol ontslagen wegens lichamelijke ongeschiktheid de arbeider J. de Jongh en de machine-drijver K. Posthumus. Met ingang van 21 November werd ontheven uit zijn functie van klerk 3e klasse F. Prins, naar aanleiding van het besluit van den Rijks-Commissaris en het schrijven van den Secretaris-Generaal van het Departement van Binnenlandsehe Zaken d.d. 21 November 1940, No. 49740, Afd. Ambtenarenzaken. Bevorderd werden: met ingang van 1 Januari van technisch ambtenaar 2e klasse tot technisch ambtenaar le klasse F. van Utenhove; met ingang van 1 November van klerk le klasse tot hoofdklerk Th. J. L. Vermeer; met ingang van 1 November van klerk le klasse tot hoofdklerk J. J. W. Vissers. FINANCIEEL OVERZICHT. De winst, welke begroot werd op 208.187,bedroeg 193.724,40 tegen 236.362,41 in 1939. De stroomopbrengst was 20.000,minder n.m.l. door afname van de opbrengst tegen vastrecht-tarief met 4000,en tegen hoogtarief met 35.000,waartegenover van grootverbruikers 19.000,meer werd ontvangen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1940 | | pagina 112