14 Begrooting. De gemeentebegrooting, dienst 1940, werd vastgesteld bij raads besluit d.d. 30 November 1939 en goedgekeurd bij besluit van Gede puteerde Staten van Noord-Brabant van 16 October 1940, G. No. 251 in ontvangsten en uitgaven op een bedrag van 5.372.377,54 (gewone dienst) en ƒ482.656,72 (kapitaaldienst). De gewone dienst kon slechts sluitend worden gemaakt, door het aanvragen van een extra bijdrage en een belasting-bijdrage, respec tievelijk groot 161.392,77 en 129.550,73, zynde in totaal 290.943,50. In verband met de bijzondere tijdsomstandigheden is het geraamde tekort aanmerkelijk opgeloopen; het is na correspondentie met het College van Gedeputeerde Staten vastgesteld op 350.000, Schuldenlast. De schuldenlast der gemeente bedroeg op 1 Januari 1940: Aard der schulden. Totaal Rendabel Niet- of niet vol doende rendabel Totaal Totaal Geldleeningen Rijksvoorschotten 10.835.685,74 2.929.746,72 7.121.202,24 3.714.483,50 2.929.746,72 13.765.432,46 7.121.202,24 6.644.230,22 Wegens annuïteiten, rente en aflossing moest van deze schulden in 1940 worden betaald: Aard der schulden Annuïteiten Rente Aflossing Rendabel Niet rendabel Rendabel Niet rendabel Rendabel Niet rendabel Geldleeningen Rijksvoorschotten Totaal 13.543,18 149.808,07 253.056,33 131.998,70 330.284,50 188.550,50 163.351,25 385.055,03 518.835.— Van deze annuïteiten bedraagt het„ rente- en aflossingsbestand deel: Annuïteiten Rentebestanddeel Aflossingsbestanddeel schulden Rendabel Niet rendabel Rendabel Niet rendabel Rendabel Niet rendabel Geldleeningen 13.543,18 10.149,27 3.393,91 Rijksvoorschotten 149 808,07 100.681,65 49.126,42 Totaal 163.351,25 110.830,92 52.520,33 In 1940 werden geen geldleeningen aangegaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1940 | | pagina 16