15
Overzicht van het verloop der schulden in 1940:
Rijks voorschotten
10.835.685,74
522.228,91
Geldleeningen
Bedrag op 1 Januari
1940
Aflossingen (aflossings
bestanddeel).
Blijft
Vermeerdering in 1940
Bedrag der schuld op
1 Januari 1941
Idem 1 Januari 1940
Toeneming in 1940
Afneming in 1940
10.313.456,83
10.313.456,83
10.835.685,74
522.228,91
2.929.746,72
49.126,42 (Volkshuisvesting).
2.880.620,30
212.668,86 (Werkfondswer-
ken).
3.093.289,16
2.929.746,72
163.542,44
Per 1 Januari 1940 waren ter voorziening in de behoefte aan kas
geld tijdelijke (3 mnd.) geldleeningen gesloten tot een bedrag van
950.000Ultimo December 1940 was dit bedrag 1.850.000,
3.
4.
5.
6.
7.
Belastingen.
In 1940 werden geheven de navolgende belastingen:
80 opcenten op de hoofdsom der grondbelasting voor de ge
bouwde eigendommen;
20 opcenten op de hoofdsom der grondbelasting voor de onge
bouwde eigendommen;
185200 opcenten op de hoofdsom der personeele belasting,
waarvan de wettelijke tarieven voor de grondslagen paarden en
motorrijtuigen met 40 zijn verhoogd, terwijl de huurwaarde
van koffiehuizen enz. slechts voor 2/3 als belastbare huurwaarde
wordt aangemerkt;
48 opcenten op de hoofdsom der dividend- en tantième-belasting;
38 opcenten op de hoofdsom der vermogensbelasting;
75 opcenten op de hoofdsom der gemeentefondsbelasting;
hondenbelasting
a. voor bedrijfshonden 5.6.50 of 9.
b. voor luxehonden 7.50 of 10.
belasting op tooneelvoorstellingen en andere vermakelijkheden:
a. 20 van de onzuivere opbrengst der geheven toegangs
gelden, met verhooging tot 40%, bij opening voor publiek
tot na middernacht;
b. 2.50 per kalendermaand voor zang- en muziekuitvoerin
gen door toestellen, toegankelijk zonder betaling;
c. 0.75 tot 15.per etmaal, afhankelijk van de opper
vlakte, voor andere dan de onder a of b bedoelde ver
makelijkheden.
f 776 of3" 'iaP',aa'su'teaven 'n 'P40 en vor'ge jaren is nog niet door geldleening gedekt