8
Controle op de opneming van on- en minvermogende patiënten in
de ziekenhuizen.
In elk geval werd vooraf op de noodzakelijkheid der opneming
inclusief bijzondere behandelingen van on- en minvermogende pa
tiënten door den Directeur van den G.G. en G.D. controle uitgeoefend.
Controle op den duur der verpleging van on- en minvermogende
patiënten in de ziekenhuizen.
De noodzakelijkheid van het verblijf van de on- en minvermogende
zieken in de ziekenhuizen werd geregeld nagegaan door den Directeur
van den G.G. en G.D.
Specialistische hulp aan armlastige zieken.
Gedurende 1940 werden 543 (738) personen naar een specialist
verwezen (zie tabel III).
TABEL III.
Tandheelkundige
hulp t/m 1937
Oogheelkundige
hulp
Neus-, Keel-
Oogarts
Zenuwarts
Vrouwenarts
Huid arts
Chirurg
Kinderarts
Specialist, hulp
buiten Breda
Internist
Longspecialist
1937
714
294
151
25
39
44
102
18
3
1938
386
137
31
36
38
124
26
1939
333
147
37
55
26
84
21
11
23
1
1940
229
101
39
35
59
42
10
4
22
2
Voor tandheelkundige hulp zie tabel IV.