Exportslachtingen, crisisslachtingen, uitponders.
Werden in 1940 niet in den keuringskring Breda geslacht.
Huisslachtingen.
In 1940 zijn er in totaal 18694 varkens in den kring Breda geslacht,
6641 daarvan waren huisslachtingen.
Gerekend naar het percentage ziektegevallen onder de gewone
slachtingen waren hiervan ongeveer 300 stuks min of meer ernstig
ziek. Niettemin kwamen zij nog steeds ongekeurd in de consumptie,
ook al was het dan zoogenaamd slechts van den eigenaar en diens
gezin. Eenige malen werd vrijwillig keuring van de huisslachting
gevraagd; in 2 gevallen daarvan kon het varken wegens tuberculose
slechts voorwaardelijk worden goedgekeurd.
Voor vleesch, geslacht in de gemeenten, die niet tot den vleesch-
keuringskring behooren, wordt een invoerkeurloon van 3 cent per
kilo geheven.
Deze vleeschinvoer bedroeg:
Er zijn 2 factoren, die dit jaar een grooten invloed hadden op den
vleeschinvoer, n.l. het moeilijker vervoer (benzinegebrek) en de
vleeschdistributie.
Toen de vleeschdistributie in werking trad, kregen ook de groot
bedrijven een kwantum vleesch toegewezen naar verhouding van
eind 1939. Zij hadden de verplichting dit vleesch naar hun oude
klanten door te leveren. Zij deden dit slechts zeer onvolledig, wegens
benzinegebrek. Zij konden echter aldus gemakkelijk van het hun
toegewezen vleesch vleeschwaren fabriceeren. Dit bracht bijzonder
hooge prijzen op, die bovendien in vergelijking veel hooger waren
dan de prijzen van de door de slagers bereide vleeschwaren.
Dit jaar werden er minder vinnenrunderen van elders naar Breda
gebracht om in te vriezen.
Uit andere gemeenten werden naar Breda gezonden;
om te steriliseeren15 runderen, 14 varkens; om te vriezen: 31
runderen.
Invoerkeuring
1936
1937
1938
1939
1940
86.490 K.G.
124.380 K.G.
128.500 K.G.
152.910 K.G.
121.240 K.G.