21 Drinkwaterleiding. In het jaar 1940 bedroeg de wateraflevering 1.295.470 M:!. tegen 1.241.370 M3. in 1939. Op 25 April 1940 besloot de Raad tot het verleenen van een crediet voor verbetering van het waterleidingbuizennet in verschillende straten. Bijzondere aandacht werd dit jaar besteed aan het vorstvrij plaat sen van watermeters. Op 31 December 1940 was het aantal aansluitingen aan het buizen net der Bredasche waterleiding 9187 tegen 9153 ultimo 1939. De winst bedroeg 71.215,65 tegen 83.617,41 in 1939. De opbrengst van het water was f 6300,— minder, terwyl de productie- en distri- butiekosten 6100.meer waren dan in 1939. De winst was daardoor 12.400.lager. Openbaar Slachthuis. Het aantal slachtingen steeg in 1940 eenigszins. Dit was ook het geval met het aantal kilogrammen vleesch, dat via het Openbaar Slachthuis in de consumptie werd gebracht (2.693.000 K.G.). Het aan tal in 3reda verrichte slachtingen bedroeg 19.551 tegen 18.676 in 1939. Na invoering van de vleeschdistributie werd het aantal slachtin gen op het Slachthuis minder. Het aantal noodslachtingen nam sprongsgewijze toe. Ook het aantal frauduleuze slachtingen vermeer derde. Ingevoerd werden 121.240 K.G. vleesch (vorig jaar 152.910 K.G.), geslacht in gemeenten, die niet tot den vleeschkeuringskring behoor den; hiervan werd een invoerkeurloon van 3 cent per K.G. geheven. Dit jaar waren er twee factoren, welke een grooten invloed hadden op den vleeschinvoer, n.l. het in verband met benzine-gebrek moei lijker geworden vervoer en de vleeschdistributie. De mobilisatie en de oorlog hadden op den gezondheidstoestand van den veestapel een zeer ongunstigen invloed. Ten gevolge van de minder goede veeartsenijkundige voorziening en het voedselgebrek waren er veel meer noodslachtingen en sterfgevallen dan in voor gaande jaren. Aan keurloon-buitengemeenten, slacht-, keur- en koelloonen als mede invoerkeurloon werd in totaal ontvangen 124.335,40, d.i. 2.000,minder dan in 1939. HOOFDSTUK VIII. Volkshuisvesting. Woningbouw. Het aantal woningen verminderde in 1940 met 5; 79 woningen werden gebouwd, 28 gesloopt (waaronder 23, die door oorlogsgeweld waren vernield), 41 onbewoonbaar verklaard en 15 aan hun bestem ming onttrokken. Door oorlogshandelingen werden 60 woningen beschadigd. Het grootste deel dier woningen werd nog in 1940 hersteld. Voor het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1940 | | pagina 23