26 dat de oplevering van de fundeering zeer belangrijk werd vertraagd en de montage van den bovenbouw eerst veel later kon aanvangen dan in het bouwplan was voorzien. De verwachting, dat de gashouder in 1940 in bedrijf zou kunnen worden genomen, is daardoor niet in vervulling gegaan. Daar de straatverlichting in verband met de verduisteringsmaat regelen niet mag branden, werd op 19 December 1940 een begin gemaakt met het aanbrengen van een z.g.n. noodverlichting; daartoe werden op de belangrijkste punten in de binnenstad en in de buiten wijken electrische richt- of geleidelichten geplaatst. De winst, welke in 1939 110.581,38 bedroeg, daalde in 1940 tot 63.640,73. De oorzaak van deze daling is veroorzaakt door de hoogere kosten van onderhoud en exploitatie, alsmede de verhoogde rente en aflossing; een en ander had tengevolge, dat het voordeelig verschil tusschen opbrengst van gas en bijproducten en de kosten der gas kolen, hetwelk in 1940 25.000,hooger was dan in 1939, geheel werd te niet gedaan. Electriciteitsbedrijf. In 1940 bedroeg de totaal-aflevering 9.333.302 k.W.h. tegen 9.156.085 k.W.h. in 1939. Zij vermeerderde dus met 1,94 Ware de oorlog niet uitgebroken, dan zou de toename van het electriciteitsverbruik beslist veel grooter geweest zijn. Het totaal aantal verbruikers vermeerderde met 316; het bedroeg op 31 December 1940 11.919. Het aantal verbruikers, dat gebruik maakt van het vastrechttarief, bedroeg op 31 December 1940 3550; op 31 December 1939: 3524. In verband met de van overheidswege genomen verduisteringsmaatregelen, waardoor het verbruik van elec- trischen stroom voor verlichtingsdoeleinden zeer beperkt moest wor den, besloot de Raad, de met de vastrechtverbruikers gesloten over eenkomsten te laten voortbestaan met dien verstande, dat voor vast recht- en stroomverbruik over 1940 in totaal niet meer zal worden berekend dan verschuldigd zou zijn indien het geheele jaar tegen het gewone lichttarief was afgenomen. Verder werd door den Raad besloten tot invoering van een ver laagd dubbel-tarief voor verbruik van electrischen stroom door hotel-, café- en restauranthouders. In 1940 werd een spanningsconstanthoudinrichting aangeschaft. De hoogspanningsschakelinrichting aan den Boeimeersingel werd verplaatst. In de oorlogsdagen van Mei werd het kabelnet op eenige plaatsen ernstig beschadigd. De winst, begroot op 208.187,bedroeg 193.724,40 tegen 236.362,41 in 1939. Dit nadeelig verschil van 43.000,is ontstaan doordat de stroomopbrengst 20.000,— minder en de totaal stroom- inkoop 23.000,hooger was. Het verbruik tegen licht- en hoogtarief verminderde in verband met de tijdsomstandigheden met 170.000 k.W.h., dat tegen vastrecht-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1940 | | pagina 28