29 Jaar Kosten der verpleging Ontvangen aan bijdragen van minvermogenden Blijft ten laste der gemeente 1928 75.887,61 3650,— 72.237,61 1929 72.256,12 6266,34 65.989,78 1930 56.578,36 5833,83 50.744,53 1931 72.517 5947,39 66.569,11 1932 72.629,32 5114,75 67,514,57 1933 51.520,59 6432,47 45.088,12 1934 48.954,96 3135,69 45.819,27 1935 54.907,18 3957,78 50.949,40 1936 51.669,38 2828,21 48.841,17 1937 55.995,95 5273,87 50.722,08 1938 69.554,04 6551,49 63.002,55 1939 73.349,58 4825,52 68.524,06 1940 72.663,26 6126,03 66.537,23 Centrale Werkplaats voor Jeugdige Werkloozen. In 1940 bedroeg het aantal deelnemers aan de Centrale Werkplaats per maand gemiddeld 55 tegen 67 in 1939. Op 1 Jan. 1940 waren 35 deelnemers werkzaam, terwijl in den loop van het jaar nog 449 nieuwe deelnemers werden ingeschreven. Het gemiddeld verblijf op de C.W. per deelnemer was 8 weken. In totaal hebben de exploitatie-kosten over 1940 bedragen 24.259,88. De verdere afwerking van de nieuwe huisvesting aan de Sluisstraat werd zelf ter hand genomen en kwam tegen het einde van 1940 gereed. Met ingang van 1 April 1940 werd het aantal wekelijksche werkuren gebracht op 36. Op dien zelfden datum werd aangevangen met het invoeren van algemeen vormend onderwijs in aansluiting aan het lager onderwijs. S.E.G.O.B.A. Het orgaan voor lichamelijke en geestelijke ontwikkeling voor werk loozen „S.E.G.O.B.A." werd met ingang van 1 Juli 1940 opgeheven. Het was reeds in het voorgaande jaar aan de directe zorg van de gemeente onttrokken. Werkloosheidsverzekering. Door de werkloozenkassen werd in 1940 82.000,uitgekeerd tegen ruim 81.000,— in 1939. Ten laste van de gemeente Breda blijft hiervan naar schatting een subsidiebedrag van f 33.000, Armenzorg. In 1940 zijn op de lijst, als bedoeld in art. 3 der Armenwet, geplaatst de volgende instellingen van weldadigheid: le. de „Emmausstichting" te Breda;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1940 | | pagina 31