43
van het Korps haar diensten aangeboden als hulp in gezinnen en
bedrijven. Andere leden deden dienst bij het administreeren van het
gecentraliseerde vervoer en van de verplicht gestelde auto-aangifte;
ook de administratie van de vermiste auto's werd door hen bijge
houden. Vele leden verleenden haar medewerking bij de uitreiking
van kaarten en bonboekjes bij den Levensmiddelendistributiedienst.
Ook assisteerden verschillende leden bij de inenting van de bevol
king tegen typhus door den Gemeentelijken Geneeskundigen- en
Gezondheidsdienst. Aan de in de Bredasche ziekenhuizen verpleegd
wordende gewonden en zieke militairen werden kleeren, lectuur, post
papier en versnaperingen uitgedeeld.
In de eerste dagen van de bezetting der stad had de Ortskomman-
dant zijn bureau ten Stadhuize. Al spoedig echter vestigde hij zich
elders in de stad.
Ook na de oorlogsdagen van Mei bleven de omstandigheden, waarin
de ingezetenen verkeerden, zorgelijk. De gevaren voor het leven en
voor de goederen bleven bestaan. De burgerij had zich aan te passen
aan vele vaak de persoonlijke vrijheid beperkende maatregelen,
welke de bezetting van de stad door de Duitsche Weermacht nu een
maal medebracht. De economische toestand werd, tengevolge van het
steeds toenemende gebrek aan grondstoffen, voortdurend slechter.
Ten einde een goede verdeeling van de levensmiddelen over de
bevolking mogelijk te maken moesten steeds meer artikelen in de
distributie-regeling worden betrokken.
Ten einde de minder bedeelden in dezen moeilijken tijd krachtig te
kunnen steunen, werd op instigatie van hooger hand ook in Breda
een afdeeling van „Winterhulp Nederland" opgericht, welke einde
November haar werkzaamheden begon. Met Kerstmis 1940 heeft de
eerste uitdeeling van waarde-bons plaats gehad.
Voorbereid werd het oprichten van gaarkeukens, ten einde de
Bredasche bevolking warme maaltijden te kunnen verschaffen.
Door het Gemeentebestuur werd een voorraad groenten opgeslagen
om eenigermate te kunnen voorzien in een behoefte, welke bij ver
keersmoeilijkheden als gevolg van het lang aanhouden van een
strengen winter zou kunnen ontstaan.
De winkelstand had over het algemeen niet te klagen, al waren
de verduisteringsmaatregelen en het noodgedwongen sluitingsuur
geen gunstige factoren voor het zakenleven.
Behalve de in Hoofdstuk V genoemde openbare werken kwamen
ondanks de moeilijke omstandigheden in 1940 nog tot stand ver
schillende belangrijke Rijks- en particuliere werken, o.a. een ver
bouwing van het St. Ignatiusziekenhuis, een uitbreiding van het
P.T.T. gebouw aan de Keizerstraat, de bouw van een Zusterhuis aan
het Pastoor Pottersplein, de uitbreiding van een groot winkelcomplex
aan de Lange Brugstraat, de bouw van een schoolgebouw, stallen en
een manege op het terrein der K.M.A.