6
Vak- en Wijkleiders wegens ontstentenis vervangen hadden moeten
worden, heeft deze vordering geen voldoende resultaten opgeleverd,
althans wat een geregeld en op juiste wijze uitgeoefend dienstdoen
betrof. Hier kwam nog bij, dat onder de vrijwilligers eenige wrevel
bleek ontstaan, doordat aan het personeel van de Burgerwacht, dat
de politie assisteerde, wèl, aan hen geen vergoeding werd toegekend.
Het gevolg van een en ander was, dat noode ook voor het personeel
van den Luchtbeschermingsdienst een vergoedingsstelsel werd inge
voerd. Wel was bepaald, dat slechts zij, die in moeilijke finantieele
omstandigheden verkeerden, voor die vergoeding in aanmerking kwa
men, doch dit bleek een rekbaar begrip, dit te meer waar velen, ten
gevolge van den oorlog, hun broodwinning geheel of gedeeltelijk waren
kwijt geraakt. Achteraf is trouwens gebleken, dat sommigen, die aan
de hand van de gestelde bepaling, mogelijk niet volkomen gerechtigd
waren voor de vergoeding in aanmerking te komen en hier toch aan
spraak op maakten, de ontvangen vergoeding geheel of gedeeltelijk
ten goede lieten komen aan die behoeftigen, die, tengevolge van de
omstandigheden, extra zware diensten hadden te verrichten.
Het vergoedingsstelsel heeft ontegenzeggelijk het voordeel opgele
verd, dat velen, die anders op andere wijze door de Overheid gesteund
hadden moeten worden, thans door nuttigen arbeid te verrichten,
een zeker bedrag konden verdienen. Daarentegen heeft het vergoe
dingsstelsel ook zeer vele bezwaren opgeleverd: velen keerden den
dienst den rug toe, omdat het uitsluitend vrijwillige stelsel was ver
laten; in den dienst drongen zij het tijdelijk menschen binnen,
die het alleen om de vergoeding te doen was en aan wier bruikbaar
heid spoedig moest worden getwijfeld; in sommige vakken werd de
dienst over te weinig behoeftige personen verdeeld, ten einde dezen
weinigen een behoorlijk weekloon te verzekeren; er ontstond naijver
onder het personeel en een regen van gemotiveerde en ongemoti
veerde klachten, die een massa moeilijke en tijdroovende onder
zoeken tengevolge had, kwam binnen; hoe geschikt ook overigens
voor den eigenlijken luchtbeschermingsdienst, er waren leiders, wien
het aan de noodige administratieve ervaring om met betaald per
soneel om te gaan ontbrak. Herhaaldelijk moest de leiding dan ook
ingrijpen en de vak- en wijkleiders hoe langer hoe meer aan banden
leggen bij de personeelskeuze, waaruit weer wrijvingen en onaan
genaamheden konden voortvloeien, die de zuiver vrijwillige dienstver
houding nimmer had gekend. Herhaaldelijk is dan ook overwogen
de vergoedingen stop te zetten, doch de vrees dat, nü eenmaal het
vergoedingsstelsel ingeburgerd was, het benoodigde aantal vrijwilligers
niet meer verkregen zou worden, heeft er toe geleid, dat nog tot eind
1940 het vergoedingsstelsel gehandhaafd bleef.
Mede uit bezuinigingsoverwegingen werd de dienst na 15 Juni
gaandeweg ingekrompen.
De uitkijk-luisterdienst werd door de Duitsche bezetting overge
nomen; in de vakken en wijken bleven de posten slechts gedurende
de duisternis bezet, ten einde den ordedienst gedurende dien tijd