8
Bij raadsbesluit dd. 7 November 1940, goedgekeurd door Ged. Staten
bij besluit dd. 18 December 1940 G. nr. 523 werd voor den bouw dezer
3 complexen woningen een totaalcrediet verleend van 299294,18.
Verwacht werd dan ook dat in het begin 1941 met den bouw dezer
complexen zou kunnen worden begonnen. Verdere bouwplannen door
de Gemeente voor woningwet-woningen waren niet in behandeling.
Inventaris.
De inventaris bij het bedrijf, die bestond uit een wandluizenver-
delgingsinstallatie, werd gedurende het verslagjaar uitgebreid met een
ladder, kachel (ter bestrijding van vocht) en een rekenmachine. De
kosten van ladder en kachel, welke zeer gering waren, werden ten
laste van onderhoud in 1940 ineens afgeschreven. De afschrijving der
rekenmachine zal verdeeld worden over 5 jaar.
Verkoopen.
Zooals reeds bij de omschrijving betrekkelijk het aantal woningen
naar voren kwam, werd de woning Ceresstraat 29 in 1940 verkocht.
Deze verkoop vond plaats op 6 Augustus 1940 aan de fa. C. Maas
Loyens voor den prijs van 7600,De boekwaarde per dien datum
bedroeg echter 8352,50. Op dezen verkoop werd dus een verlies ge
leden van 8352,50 7600,752,50. Vermeerderd met f 7,50
schattingskosten bedroeg het verlies in totaal dus 760,Ofschoon
deze woning niet gebouwd werd in het belang van de Volkshuisves
ting, werd voor dekking van dit verlies geen bijdrage verstrekt door
de Gemeente, doch werd dit verlies overeenkomstig het schrijven van
het College van Burgemeester en Wethouders dd. 7 Januari 1941
no. V/12410 ten laste van de winst over 1940 gebracht.
Verder werden tegen het einde van het verslagjaar onderhandelin
gen gevoerd met M. v. d. Sande, namens L. J. Louwers te Uden over
den verkoop van het complex 55 woningen aan den Zandbergweg.
Deze onderhandelingen hadden tot resultaat dat per 31 December
1940 tusschen de Gemeente en genoemden Louwers een voorloopig
koopcontract werd gesloten, waarbij, mits hierop goedkeuring door
den Gemeenteraad en Gedeputeerde Staten verkregen werd, dit com
plex tegen den prijs van 90.000,verkocht werd.
Afschrijvingen.
De afschrijvingen geschiedden overeenkomstig de door den Raad in
zijn vergadering van 12 October 1937 en 14 November 1939 vastgestelde
afschrijvingspercentages, met uitzondering echter betreffende die in
zake complex 157 woningen aan het Westeinde, daar overeenkomstig
den wensch van den Minister van Sociale Zaken, de afschrijving
hierbij plaats vindt volgens het annuiteitenprincipe. Opgemerkt zij
nog, dat de totale levensduur der complexen woningwet-woningen
vastgesteld werd op 50 jaar, met uitzondering van enkele complexen,