106
HOOFDSTUK XI
LANDBOUW, HANDEL EN NIJVERHEID
i. productieslag
Ter "bevordering van de voedselvoorziening in oorlogstijd
werd in 1941 de bodemproductie met kracht ter hand genomen»
Een oppervlakte van 12 ha van parken en plantsoenen werd
beteeld met voedingsgewassen en wel 7 ka met aardappelen
en 5 4a met bruine bonen. Voor de opbrengsten zie het
verslag van de dienst der beplantingen (bijlage no. 2).
Een gedeelte van de opbrengst werd verdeeld onder de
plaatselijke inrichtingen tot verzorging van wezen en andere
jeugdige personen en onder behoeftigen. De resterende hoe
veelheid aardappelen werd aan de vereniging tot behartiging
van de Nederlandse aardappelhandel (V.B.N.A.gezonden,
terwijl het restant bruine bonen als pootgoed werd gebezigd.
In 1945 zbn voor het laatst braakliggende gronden en gedeel
ten van parken geëxploiteerd voor de voedselvoorziening.
2. inzameling afvalstoffen
Op aandringen van het departement van onderwijs werd in
1941 een aanvang gemaakt met het inzamelen van oud papier
in de scholen. Het door de kinderen ingeleverde oud papier
werd door de school verkocht aan de daarvoor erkende hande
laren en kwam aldus beschikbaar als grondstof voor de pa
pierfabrieken, voor het vervaardigen van nieuw papier. Ook
na de bevrijding werd deze actie met kracht voortgezet ten
einde het tekort aan grondstoffen zoveel mogelijk op te van
gen.
Zie voor inzameling van andere afvalstoffen het verslag
van de gemeente reinigings- en ontsmettingsdienst (bijlage
no. 13).