122
De gemeentelijke uitgaven voor voorbereidend lager on
derwijs bedroegen in s
1941 6712,20 1944 ƒ13503,50 1947 23172,94
1942 11167,20 1945 ƒ13972,50
1943 14582,70 1946 15230,05
2 LAGER ONDERWIJS
a. Lichamelijke opvoeding
Met ingang van 1 Januari 1941 werd het geven van onder-
vrijs in lichamelijke oefening bij het lager onderwijs ver
plicht gesteld.
Ten einde het gemeentebestuur te kunnen adviseren over
alle zaken, welke met sport en lichamelijke oefening ver
band houden werd een gemeentelijk ambtenaar voor de sport
benoemd. Met ingang van Juli 1943 trad als zodanig de heer
D. Hoekstra in functie, die op 1 Maart 1946 werd opgevolgd
door de heer A. v. Eijnatten.
b. Van Cooth-premie
Uit het legaat van Dr L.F.W. van Cooth werd, ter bevor
dering van ijver, gedrag en trouw schoolbezoek een bedrag
aan premiën (in rijkspostspaarbankboekjes) uitgereikt aan
leerlingen van openbare scholen ter grootte van s
1941 1011,50 1944 ƒ1117,50 1947 1096,50
1942 1117,50 1945 1047,—
1943 1117,50 1946 1095,50
c. Schoolbad
Het bezoek aan het schoolbad nam sterk af. In 1941 be
droeg het aantal bezoeken 1454, in 1942 nog slechts 231°
Ten gevolge van de vordering van het badhuis door Duitse
militairen werd het gebruik van het schoolbad in 1943 ge
staakt.