3 ijl age no. 6
135
B-EKNOPT VERSLAG
VAN DE GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE
EN GEZONDHEIDSDIENST
Als directeur fungeerde arts J.A.H. Hermans, terwijl
arts C.J.M. Payens optrad als waarnemend directeur. Arts
L.J.A. Hermans was tijdelijk gemeente-geneesheer. Per 1-4-
1942 trad mej. M.A. van Dijk in dienst als schoolarts. Ten
gevolge van de reorganisatie van de geneeskundige armen
verzorging werden per 1 April 1943 de twee gemeente-art
sen C.J.M. Payens en L.J.A. Hermans op wachtgeld gesteld,
doch in dienst gehouden als politie-artsen. Per 1 April
1943 werd arts mej. M.A. van Dijk waarnemend directeur.
Met ingang van 1 April 1943 had een reorganisatie van
de geneeskundige armenverzorging plaats; iedere onvermo
gende kwam in het ziekenfonds zijner keuze.
Op 1 Juli 1943 werden administratie en controle van op
gemeentekosten verpleegde geesteszieken overgenomen van
de afdeling algemene zaken ter gemeente-secretarie.
In 1947 werd het gezamenlijk gemeentepersoneel doorge
licht met een relatief goed resultaat.
De geneeskundige verzorging van de woonwagenkampbewo-
ners werd uitgeoefend door de arts L.J.A. Hermans.
De dienst "bleef in deze verslagperiode heiast met de
controle op de op doktersvoorschrift extra te verlenen
hoeveelheden gedistribueerde consumptie-artikelen aan
zieken.
Meermalen werd eerste hulp hij ongelukken verstrekt op
de polikliniek en daarbuiten.
Steeds werd vooraf op de noodzakelijkheid der opname in
ziekenhuizen, sanatoria, enz. inclusief bijzondere behande
lingen van on- en minvermogende patiënten door de directeur
van gemeentelijke geneeskundige en gezondheidsdienst contro
le uitgeoefend, terwijl de noodzakelijkheid van het verblijf
van de on- en minvermogende zieken in de ziekenhuizen
eveneens geregeld werd nagegaan.