18 Laatstgenoemde wenste echter deze benoeming niet te aan vaarden en in zijn plaats werd aangewezen de heer D.J.A. Kramers. Ook de heer Kramers nam de benoeming niet aan. In de raadszitting van 15 October 1946 werd daarop benoemd tot wethouder de heer A. Mabelis. In de vacature, welke op 13 Januari 1947 in het college ontstond door het overlijden van de heer Mabelis, werd in de raadsvergadering van 4 Maart 1947 voorzien door de be noeming van de heer ÏÏ.J. van Houten. Op 31 December 1947 was derhalve het college van burge- meester en wethouders samengesteld als volgt s de burgemeester belast in het bijzonder met de werkzaam heden betreffende openbare werken en volkshui sves ting 5 Mr A.A.M.Struycken onderwijs (behalve nijverheidsonderwijs), sport-, jeugd- en culturele aangele genheden 5 beplantingen, reinigings- en ontsmet- tingsdienst, slachthuis en vleeskeu ringsdienst, land- en tuinbouwaangele- genheden; sociale zaken, nijverheidsonderwijs, ge neeskundige dienst, personeelszaken, noodwet ouderdomsvoorziening en consu- mentencrediet; financiën, volkscredietbank, gas-, licht en waterbedrijf. 3-. BURGEMEESTER De heer B.W.Th, van Slobbe, benoemd bij k.b. van 30 Mei 1936 no. 100, en geïnstalleerd op 3 Augustus 1936, fungeer de, behoudens de hierna te noemen onderbrekingen, tot 31 October 1947 als burgemeester. Hij werd herbenoemd bij besluit van de rijkscommissaris voor het bezette Nederlandse gebied dd. 30 November 1942 zulks met ingang van 1 Augustus 1942. Bij besluit van 11 Maart 1944 van de commissaris-generaal voor bestuur en justitie werd hem onmiddellijk ingaand ont- A. van Haperen A.P. Homsom H.J. van Houten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1941 | | pagina 28