213 ''Taohtgeldregelingen Aan wachtgelduitkeringen vrerd over 1941 aan 24 indus trieën 10211,59 uitbetaald,, in 1942 aan 16 industrieën f 11298,76 en over 1943 aan 7 industrieën f 3807,10. Gedurende 1944 maakte alleen de Nederlandse sigarenin- dustrie nog regelmatig gebruik van de wachtgeldregeling. Begin September 1944 echter stonden de wachtgeldregelingen ten gevolge van de oorlogsomstandigheden plotseling weer in het brandpunt der belangstelling. Met de stagnatie in het postverkeer rezen moeilijkheden in verband met het niet kunnen verkrijgen van de goedkeuring op de wachtgeldregelin gen door het departement van sociale zaken. De gemeente gaf de werkgevers in overweging de wachtgeldregeling in werking te stellen en ter goedkeuring in te zenden aan burgemeester en wethouders in afwachting van t.z.t. te vragen goedkeuring van rijkswege. De gemeente kon echter niet tot subsidie-uitkering overgaan, behalve in één ge val, n.l. dat van de N.V. De Schelde, welke onderneming nog op normale wijze goedkeuring van het departement verkre gen had. Nadat Breda bevrijd was, kon langzamerhand met rijksorganen in het bevrijde gebied weder contact opgenomen worden. Zo verscheen dd. 9 November 1944 een geheel nieuwe wachtgeldregeling vanwege de tijdelijke rijksbemiddelaar, welke met ingang van de bevrijdingsdatum van kracht werd. De gewestelijke arbeidsbureaux werden daarbij als de instan ties aangewezen, die met de uitvoering der regeling waren belast. Op grond van deze regeling gingen de werkzaamheden t.a.v. de wachtgeldregelingen van de gemeente naar het ge westelijk arbeidsbureau te Breda over. Bij ministeriële be schikking van 13 Juli 1945 werd bepaald, dat m.i.v. 1 Au gustus d.a.v. deze werkzaamheden wederom door de gemeenten zouden moeten worden uitgevoerd. Bij circulaire van de mi nister van sociale zaken van 7 December 1945 werd echter medegedeeld, dat bij de uitvoering der yrachtgeldregeling de gemeenten voorlopig nog dezelfde taak zouden behouden, doch dat zij met ingang van 1 April 1946 bij die uitvoering niet meer ingeschakeld zouden zijn. De werkzaamheden inge volge deze regeling te verrichten, bestonden na 1 April 1946 dan ook uitsluitend uit het afwikkelen van declara ties van vóór deze datum.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1941 | | pagina 223