246
Om een zo groot aantal huisslachtingen conform de "bepa
lingen van de vleeskeuringswet te doen keuren,, was een in
deling in wijken noodzakelijk» In overleg met de plaatselijke
hureauhouders werd de gehele keuringskring Breda verdeeld
in 7 wijken, waarhij zoveel mogelijk rekening werd gehouden
met o
a. de gemeentegrenzen, met het oog op de aangiften en Be
taling van de keurgelden op de gemeente-secretarieën en
h» het rayon, waarin de hureauhouder werkzaam was, om zowel
aangiften voor keuring als machtiging tot slachten zo
geconcentreerd mogelijk te houden.
Elke wijk waarin steeds dezelfde keurmeester werkzaam
was, werd in twee afdelingen gesplitst. De ene week werd in
de ene afdeling, de andere week in de andere afdeling ge
keurd. De dag van keuring werd aan de keuze van de landbou
wer overgelaten» Deze wijze van werken had het grote voor
deel, dat de slachtingen in één afdeling in dezelfde week
geschiedden, wat zowel voor keurmeester als voor loon-
slager-huisslachter een grote tijdsbesparing betekende»
D. Noodslachtingen en wrakvee
Jaar
Rund
Kalf
Muchter
kalf
Paard
Varken
Schaap
Geit
Totaal
1941
220
51
19
147
114
30
2
583
1942
192
59
24
190
61
19
12
557
1943
191
37
12
159
192
32
20
643
1944
297
41
17
204
81
19
11
670
1945
277
32
20
207
81
189
13
819
1946
304
28
66
139
63
65
665
1947
443
33
69
102
66
19
3
735
Cadavers
Alle cadavers uit deze kring werden naar het slachthuis
te Breda gebracht om aldaar te worden onderzocht. De cada
vers werden opgehaald door de vee- en vleescentrale van de
IJ.C.B. waarvan een onderafdeling in Breda is gevestigd in
de onmiddellijke nabijheid van het slachthuis, waardoor een
goede samenwerking tussen keuringsdienst en ophaaldienst