257 te kunnen tegengaan, werd op 4 Augustus 1944 de verorde ning inzake levering van gas en electriciteit zodanig ge wijzigd, dat deze levering aan nieuwe "bewoners alleen zou plaats hebben, als een vergunning van het woningnoodbureau kon worden overgelegd. Een nieuwe verordening op de aangifte van woonruimte werd vastgesteld bij besluit van de burgemeester van 1 September 1944» Ha de bevrijding werd het woning- noodbureau belast met het beheren van inboedels van gevangen genomen ÏT.S.B.-ers en met het uitge ven daarvan aan personen, die daaraan behoefte hadden (oor logsslachtoffers, evacué's, repatriërenden, enz.). In 1945 bewoog de woningnood zich uiteraard nog in stij gende lijn. Ofschoon het mogelijke werd gedaan, om degenen die in woningnood verkeerden te helpen, konden toch slechts de meest schrijnende gevallen worden ter hand genomen. Ook in 1946 konden lang niet alle aanvragers afdoend worden geholpen, en moest vaak worden volstaan met een voor lopige of gedeeltelijke oplossing, zelfs van „crepeergeval- len" Om een overzicht van de beschikbare woonruimte te krij gen, werd in 1946 begonnen met een systematische registra tie van alle woningen, welke voor een deel gereed kwam. Voor dit werk werd met succes een aantal sociale werksters aangesteld. De stijgende lijn van het woningtekort werd in 1946 niet alleen voortgezet maar nog verhoogd door een aantal facto ren als het opnemen van repatriërenden uit Indië, de her oprichting van het garnizoen te Breda, de onderbrenging van een deel luchtvaarttroepen uit Gilse Rijen, de terugkeer van politieke delinquenten uit kampen, enz., enz.. In April 1946 nam Mr H.C.A. Muijser de leiding van het woningnoodbureau over van de heer Th. de Werd. De registratie van woonruimte werd in 1947 voortgezet. Toeneming van het woningtekort bracht mede toeneming van de bemoeiingen van het bureau. De leiding van het woningnoodbureau berustte sedert 16-3-1947 Dij de heer J.C. Cramerus. Achterstaande cijfers van de jaren 1946 en 1947 kunnen een indruk geven van de werkzaamheden van deze tak van dienst g

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1941 | | pagina 267