131
toekomst deel zullen uitmaken van een nieuw te vormen
sectie „Film".
Vergaderingen. wer£ één algemene vergadering' gehouden
op 11 Juni 1948 en er werden 8 "bestuursvergaderingen "be
legd.
Zeer op prijs wordt gesteld de belangstelling, welke
de heer Mr Struycken als wethouder van onderwijs en cul
turele zaken, voor de verrichtingen der culturele werk
gemeenschap toont onder andere door het zoveel mogelijk
bijwonen van haar vergaderingen.
Werkzaamheden.
De culturele werkgemeenschap xs na de
vaststelling van haar statuten en huishoudelijk regle
ment haar 2e jaar ingegaan. Haar verrichtingen, welke
over het algemeen goed mogen worden genoemd en een gun
stig resultaat wisten te bereiken, mogen het voortbestaan
van deze stichting in het belang van het culturele leven
der stad zeker rechtvaardigen.
Herhaaldelijk werden op verzoek van burgemeester en
wethouders van Breda in culturele aangelegenheden advie
zen aan dit college uitgebracht en bij de overheid wer
den culturele belangen voorgelegd.
Getracht is en vaak met succes onder eerbiediging
van ieders zelfstandigheid samenwerking op cultureel
terrein te bevorderen en het peil van het culturele leven
op te voeren.
Ook heeft de gemeenschap de verspreiding van de cul
tuur over een zo groot mogelijk deel-van de Bredase be
volking weten te bevorderen.
Haar pogingen, om de doelstellingen, neergelegd in
haar statuten, na te streven, werden aanmerkelijk ver
licht door de steun, welke moreel als financieeldoor
het gemeentebestuur van Breda hieraan werd verleend.
Luziek en zang. verzoek van de stichting „Vrien
den van het Brabants OrkestT! dd. 30 December 1947 a-a^
burgemeester en wethouders van Breda om een jaarlijkse
bijdrage van 0,10 per inwoner voor mede-instandhouding