136
Het college van burgemeester en wethouders werd
steeds van de werkzaamheden van de culturele werkge
meenschap op de hoogte gehouden, zowel door het onder
ling contact met zijn wethouder Mr Struycken als door
het overleggen van de notulen harer vergaderingen»
De gemeenschap vertrouwt, dat zij tot tevredenheid
van het gemeentebestuur werkt» Zoals tevoren reeds ge
zegd, is haar tweede jaar ingegaan en verwacht mag nog
niet worden, dat alles in de perfectie kan worden uitge
voerd» Het bestuur der gemeenschap doet echter zijn best,
dat de werkzaamheden steeds meer gaan beantwoorden aan
de doelstellingen, neergelegd in de statuten»
Hu wordt dit verslag beëindigd met een dankwoord aan
het gemeentebestuur van Breda voor de subsidie van
f 4000,welke zij voor dit jaar mocht ontvangen om haar
werkzaamheden naar behoren te kunnen verrichten in het
belang van het culturele leven van Breda»
Het vooruitzicht is, dat de werkzaamheden zich in
het komende jaar zullen uitbreiden, ook al door de toe
voeging van de sectie jeugd en misschien nog meerdere
secties, zoals de sectie Film, van de gemeenschap» Een
en ander zal ongetwijfeld op de nieuwe begroting tot
uiting komen»
De culturele werkgemeenschap vertrouwt, dat dit bij
de vaststelling van het bedrag, dat voor subsidie aan
de gemeenschap zal worden bestemd, zó door het gemeen
tebestuur van Breda zal worden bekeken, waardoor zij dan
in de gelegenheid wordt gesteld al haar plannen naar
behoren te verwezenlijken»
2. Om de ingenomenheid der burgerij met het herleven der
Koninklijke Militaire Academie te tonen, koesterde de
gemeente het plan een schilderij te doen vervaardigen
van H»M» Koningin Juliana en dit aan de K.M.A» aan te
bieden»
Daartoe werd contact opgenomen met de Limburgse
kunstschilder Charles Eyck, aan wie in het einde van
1948 de desbetreffende opdracht kon worden verstrekt»
3» Tot verfraaiing van de stad droeg voorts bij de heer
Toon Hendrickx, beeldhouwer, die een door hem vervaar—