196
aan liet geneeskundig schooltoezicht kunnen wijden. Daardoor
kon voor het eerst sinds 1943 het systematisch onderzoek
weer volledig volgens plan geschieden.
Verschillende opmerkingen in vorige jaarverslagen ge
maakt, gelden nu nog onverminderd. Hoewel het aantal klei
ner wordt, zijn er steeds nog scholen, waar geen vrij speel
kwartier op het rooster voorkomt. Ook zijn er steeds nog
scholen, waar in het geheel geen gymnastiek wordt gegeven.
Aan het inzicht, dat het gymnastiekonderwijs een even "belang
rijk deel van het schoolprogramma vormt als de overige vak
ken, ontbreekt nog veel. Ook de overheid werkt niet mede,
om op dit punt betei-e opvattingen te bevorderen. Wanneer
in het ontwerp voor een nieuwe school een gymnastieklokaal
voorkomt, moet dit worden geschrapt» Het tegendeel zou het
geval moeten zijn5 een ontwerp zonder gymnastieklokaal zou
moeten worden afgekeurd.
De hygiënische eisen, waarmede bij de bouw en inrichting
van scholen moet worden rekening gehouden, zijn langzamer
hand voldoende gefundeerd om het gewenst te maken, dat de
plannen voor scholenbouw aan een hygiënist ter beoordeling
worden voorgelegd.
Het komt niet zelden voor, dat men zelfs in betrekkelijk
nieuwe scholen grote fouten moet constateren, die vermeden
hadden kunnen worden. Op het punt van plaatsing en con
structie der ramen b.v. zouden hier frappante voorbeelden
kunnen worden aangehaald.
Dat met de eisen der hygiëne onvoldoende wordt rekening
gehouden, kan men ook vaak vaststellen, wanneer men de zin
delijkheid van scholen en kinderen nagaat.
Helaas moet worden gezegd, dat er verschillende scholen
zijn, die onvoldoende worden schoon gehouden. Vaak treft
men juist in deze scholen veel kinderen aan, die er uiter
mate smerig uitzien. Tot eer van de meisjesscholen kan ge
zegd worden, dat deze zich over het geheel genomen gunstig
onderscheiden. Zeker is de overvulling, waaronder verschil
lende scholen lijden niet bevorderlijk voor de zindelijkheid.
Andere argumenten, die men ter verklaring van dit euvel
hoort, is gebrek aan werksters en de grote kosten, die het
onderhoud met zich brengt. Wat het eerste betreft, kan men
de vraag stellen of het ondenkbaar is, dat bij het schoonhou
den van het schoollokaal ten dele de schooljeugd zelf be-