246 194ÖS alsmede de wet houdende regeling tot toekenning van kinderbijslag aan invaliditeits-, ouderdoms- en wezenrente trekkers. De werking van deze wetten nevens de reeds in 1947 Jcot stand gekomen Noodwet ouderdomsvoorziening deed het aantal ondersteunden dalen. Door deze vermindering ontstond de mogelijkheid meer dan tot dusver, aandacht te besteden aan preventie en opheffing. Doordat de directeur van de dienst zitting had in di verse commissies en verenigingsbesturen op sociaal gebied, konden vele contacten worden gelegd en de verschillende stromingen en vraagstukken in het maatschappelijk werk wor den onderkend. Een van de vraagstukken, die in het verslagjaar zeer op de voorgrond traden was de gezinsverzorging. De minister van sociale zaken richtte op 22 Juni 1948 een. circulaire dienaangaande tot de provinciale en gemeentebesturen, waarin hij richtlijnen gaf om, zoals hij in de slotopmerking van de circulaire opmerkte, de ontwikkeling van het belang rijke gezinsverzorgingswerk in ordelijke banen te leiden. Ook in Breda is een verhoogde activiteit van de parti culiere instellingen viraar te nemen op het gebied van de gezinsverzorging. Op dit terrein ligt, gelet op het spe ciale karakter van de gezinsverzorging, juist voor het par ticulier initiatief en de kerk een prachtige werkgelegen heid. De dienst zal dan ook geleidelijk deze vorm van maat schappelijk werk geheel aan de plaatselijke stichtingen kun nen overlaten en zich waar nodig bepalen tot aanvullende hulp. De bestaande spanning tussen lonen en prijzen maakte aanpassing van de uitkeringen noodzakelijk. De normen, welke,het zij hier uitdrukkelijk gezegd, slechts richtlijnen zijn, waarvan zowel naar boven als naar beneden kan worden afgeweken, werden verhoogd (zie overzicht onder hoofdstuk II). Deze aanpassing van de uitkeringen aan de verhoogde le vensstandaard, de zich steeds perfectionnerende hulp op alle gebied, waar noden te lenigen zijn, brengt een grote waakzaamheid mede. Eet is niet denkbeeldig, dat de "aantrekkelijke" bepa-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1948 | | pagina 256