374 HUURBETALING EN LEEGSTAND De huurachterstand is gedurende het verslagjaar met 150,32 vermeerderd- Deze verhoging mag niet gezien wor den als „werkelijke achterstand1' daar zij voortspruit uit het verhoogde aantal in exploitatie zijnde woningen. Zij is dan ook hoofdzakelijk het gevolg van het niet-thuis treffen der bewoners, wat het overslaan van huurbetaling ten gevol ge heeft. In vergelijking met het aantal woningen dat per 31 Decem ber 1947 in beheer was, bedraagt per 31 December 1948 de achterstand 2030,79s zodat, ware het aantal woningen hetzelfde gebleven de huurachterstand met 130,18 zou zijn verminderd Dit resultaat is, gezien de tijdsomstandigheden, zeker niet onbevredigend. Dit jaar werd een aanvang gemaakt met het uitvoeren van een gedeelte van het achterstallige onderhoud dat hoofdzakelijk bestaat uit buitenverfwerk en het herstellen of vernieuwen van goten en dakbedekking. Het buitenverfwerk van de complexen 12, 22 en 27 wonin gen werd voltooid. Ten gevolge hiervan werden de door het rijk vastgestelde normen die, hetzij nogmaals herhaald, ten enenmale onvol doende zijn, met een bedrag ad f 16527587 overschreden. De stand der onderhouds- en reservefondsen bedroeg na storting van de ontvangsten in verband met samenwoning 1 ONDERHOUD per 31 December 1947 per 31 December 1948 en zijn derhalve verminderd met 76334,93 61409,31 TJ 14925,62

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1948 | | pagina 384