125 de school. Onder aanbieding van passende geschenken werd de heer Bakkeren dank gebracht voor het veledat hij gedu rende een reeks van jaren voor de school heeft gedaan. Tot adjunct-directeur werd benoemd de leraar L. de Jonge, Wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd ver liet eveneens de heer W. Bossihk, leraar vaktekenen aan machine-bankwerkers,de school. Ook aan hem werd onder aan bieding van geschenken dank gebracht voor hetgeen hij gedu rende vele jaren voor het onderwijs heeft gepresteerd. Ter vervanging van de heer Bakkeren werd benoemd de heer P, Hut, Beze verliet, wegens benoeming tot assistent-leraar aan de M.T.S. na korte tijd de school en werd vervangen door de heer C. Tak, In plaats van de heer Bossink werd benoemd de heer H, Meijers, voorheen leraar aan de ambachtsschool te Bergen op Zoom, Baar de heer Meijers eerst per 1 Januari 1950 in dienst kon treden, werden zijn lessen tot genoemde datum waargenomen door de heer Bakkeren, Be heer Peemen, leraar timmeren en vaktekenen, moest voor geruime tijd ziekteverlof worden verleend. Als plaats vervanger werd benoemd de heer A. Theunis. Aan de leraar C, de Kanter werden de lessen in vakteke nen en vaktheorie opgedragen, Be leraar F. Grootens behaalde de akte N.O.Uj,. Be leraar J. Hesenk, moest wegens zijn gezondheidstoe stand ziekteverlof worden gegeven. In zijn plaats werd be noemd de heer J. van Twist, Be directeur had dit jaar zitting in de examencommissie voor de aktenexarnens U.O.j de heer Bakkeren in de examencommissie vakbekwaamheid smederijbedrijf en RELCECj de heer Be Jonge in de examencommissie 1e en 2e monteur BOVAG en de R3MEC-examens; de heer Trossel in de examencommissie gezel en meester meubelmaken, de examens vakbekwaamheid woninginrichting en de examens detailhandel woninginrichting de heren Bekkers en Trossel namen de examens metselen en meubelmaken leerlingstelsel van de stichting „Bisdom Breda" af. Be heer Verzijden had zitting in de examencommissie 1e en 2e monteur V.S.V,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1949 | | pagina 135