140 ad 14540,verstrekt aan de 'culturele werkgemeenschap, welke de exploitatie verzorgt. E. HERDENKINGEN, PLECHTIGHEDENFEESTEN 1 De herdenking van de "bevrijding der stad op 29 October had dit jaar, in verband met haar eerste lustrum, een bij zonder karakter. Het hoogtepunt van deze feestviering was wel de onthulling van het door de beeldhouwer B.M.A. Ingen- housz vervaardigdein het Wilhelminapark geplaatste, „Poolse Monument" door de burgemeester, in tegenwoordig heid van de Poolse Generaal Haczek en een 700-tal uit alle delen van het land naar Breda overgekomen Polen. Zowel de burgemeester als o.a. Generaal Maczek hielden daarbij toe spraken, waarin de laatste zeide, dat zijn landgenoten dit kleine stukje Nederland voortaan zullen beschouwen als-een brokje vrij Polen. De ter plaatse aanwezige op de Duitsers buitgemaakte oorlogstahk werd op een ander punt van de Poólseweg opge steld. Bij raadsbesluit van 16 Maart werd aan het comité Neder land-Polen een jaarlijkse subsidie van 1000,verleend voor de organisatie van de herdenking. 2. Groot feest was het in Breda bij de heropening van de Koninklijke Militaire Academie in Juli. Voor dit feit waren Z.K.Ho Prins Bernhard, de minister van oorlog Mr Ï7.F.Schok king en tal van hoge militaire autoriteiten naar Breda ge komen. De gemeente toonde haar dankbaarheid voor het behoud van de K.H.A. door deze instelling een geschilderd portret van H.H. de Koningin, van de hand van Charles Eijck, aan te bieden. De feestelijke stemming tijdens de officiële ont vangst van de autoriteiten en genodigden ten stadhuize, werd nog verhoogd door de toezegging van de minister van oorlog tijdens één van zijn redevoeringen, dat het Valkenberg niet zou worden aangetast. 3. De Amerikaan Richard C. Reardon, New Albany, Indiana, die in de Septemberdagen van 1944 als krijgsgevangene op het station te Breda door de Duitsers gevangen werd gehou den, ontving destijds van een burger wat appels en cigaret- ten. Dit simpele feit van menslievendheid had hem zozeer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1949 | | pagina 150