141 getroffen, dat hij, na zijn vrijheid te hebben herkregen, uit dankbaarheid aan de burgemeester 10»000 cigaretten zond en 2 kisten appels, met verzoek deze aan zijn vroegere weldoe ner door te geven» Het bleek echter niet mogelijk deze weldoener op te spo ren. In overleg met de schenker, H.M. de Koningin en de Ambassadeur der Verenigde Staten van Amerika werd besloten de cigaretten (de appels zijn nimmer ontvangen) te verdelen onder een 50-tal personen, die zich verdienstelijk hadden gemaakt bij de hulp aan geallieerde piloten en bij het bin nenlands verzet. De uitreiking had plaats op 22 Maart 1949 in het stad huis en werd verricht door de Amerikaanse Ambassadeur Dr Herman B. Baruch» 4» Bij raadsbesluit van 16. November werd aan het Oranje comité, ter stimulering van de feestelijke viering der ver jaardagen van de leden van. het Koninklijk Huis en dergelijke gebeurtenissen, te beginnen met 1950 een jaarlijkse subsi die toegezegd van f 1500, 5» Stichting Breda 1952 Ofschoon het zeer moeilijk is uit te maken op welk moment Breda ^stad" is gevrorden - uiteraard is hier sprake ge weest van een zeker groei-proces - heeft het historisch onderzoek uitgewezen, dat Breda in 1223 nog werd betiteld als ;ivilla:i, terwijl in een oorkonde van 1252 voor het eerst ;;Henricus, dominus de Breda- spreekt van een „stad-. Dit historisch onderzoek is er de aanleiding toe ge weest, dat het gemeentebestuur heeft besloten het 700-jarig bestaan van Breda in 1952 feestelijk te willen herdenken. Tot dit doel is een veelzijdig samengesteld comité opge richt, dat onder de naam „Stichting Breda 1952:1 zich met het organiseren van deze herdenking heeft willen belasten. Op 17 November werd de oprichtingsvergadering van deze stichting gehouden, waarin Mr Ph.1.3. van Woensel, gemeente secretaris, gekozen werd tot voorzitter» In een spoedig daarop gevolgde bijeenkomst werden de werkzaamheden over de Volgende commissies verdeeld, welke ieder voor zich de voorbereiding van het hun toegewezen deel zullen voorbe reiden s

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1949 | | pagina 151