243 f 19,plus huur 2,50 voor gezinnen van 2 personen voor ouden van dagen, hiertoe worden gerekend, gezinnen waarvan de man ouder is dan 65 jaar en de vrouw ouder dan 60 jaar inwonende gezinsleden "boven 2, per gezinslid inwonende gezinsleden hoven 5, Per gezinslid kostgangers kostgangers ouder dan 65 jaar kamerbewoners kamerbewoners ouder dan 65 jaar 20,50 II 3,25 14,25 15,25 n 1;n 13,50 plus huur 14,50 11 Hoe bovenstaande normbedragen gezien moeten worden, lichtte ik toe in het jaarverslag van 1948. Het gemiddelde aantal ondersteunden toonde t.o.v. het jaar 1948 een stijging en wel van 432 in 1948 op 472 (471,5) in 1949. De kwartaalgemiddelden waren Uit deze kwartaalgemiddelden blijkt, dat het laatste kwartaal vooral het jaargemiddelde heeft beïnvloed. De eerste weken van het verslagjaar gaven een stijging van het aantal gevallen te zien. In de eerste week was het aantal gevallen 445; in de zesde 474. Daarna had een kleine vermindering plaats, zodat het aantal uitkeringen bleef schommelen rond de 460. De laatste weken trad echter weer een sterke stijging in - algemeen beeld van de vermindering van werkgelegen heid - en wel tot 528, zijnde het grootst aantal uitkerin gen in dit jaar. ONDERSTEUN I NG Eerste kwartaal 467 (466,8) Tweede kwartaal 465 (465,2) Derde kwartaal 462 (462,1) Vierde kwartaal 492 (491,8)

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1949 | | pagina 253