7 GIFTEN
Aan 51 personen werd een eenmalige uitkering verstrekt
tot een totaal "bedrag van f 3046,57 (in 1948 <f 1458,60).
Door deze eenmalige hulpverlening werd bereikt dat ver
schillende personen hun zelfstandigheid konden behouden
of geldelijke moeilijkheden in gezinnen werden opgelost.
8. VOORSCHOTTEN
Deze vorm van hulpverlening blijkt weer een beduidend
bedrag te hebben opgeëist.
Verstrekt werd f 57793,58 (in 1948 f 44913,85).
Terugontvangen 53226,21 (in 1948 57688,37)
Vermeerdering saldo f 4567,37
Per 31 December 1949 bedroeg het uitstaan saldo
62208,07.
Totaal werden verstrekt 2199 voorschotten aan 615 per-
s onen
Het gemiddelde bedrag per persoon bedroeg f 93,97»
Per 1 Januari 1949 was he"t aantal debiteuren 479» Ge
durende het jaar kwamen hierbij 46 personen (nieuwe ver
strekkingen 364, afbetalingen 318), zodat per 1 Januari
1950 het aantal uitstaande leningen kwam te bedragen 525»
Dit gezien t.o.v. het uitstaand saldo ad f 62208,07 geeft
een gemiddeld uitstaand bedrag per persoon van f 118,49»
Het grootste deel der verstrekte voorschotten werd aan
gevraagd in afwachting van een uitkering ingevolge de
ziektewet, ongevallenwet, invaliditeitswet of noodwet
ouderdomsvoorziening en wel een bedrag van f 15087,34.
Daarnaast waren de redenen uitblijven loonbetalingen,
wachtgeld, aankoop brandstoffen, kleding, schoeisel, dek
king en meubilair. Ook werden diverse bedragen voor han-
delsgeld verstrekt.
246