251
HOOFDSTUK III
A. SOCIALE BIJSTAND
De ambtelijke commissie voor sociale bijstand was als
volgt samengesteld
HoJ. Planken, contact-ambtenaar van de afdeling
sociale bijstand van bet ministerie
van sociale zaken voorzitter
C. Snepvangers, adjunct-directeur gewestelijk
arbeidsbureau Breda lid
K.W. Derks, directeur maatschappelijk hulpbetoon lid.
Als secretaris was toegevoegd de chef van de afdeling
sociale bijstand, B.P. van Te tering.
Bij circulaire van het ministerie van sociale zaken dd.
28 Januari 19505 no. 32, werd bepaald dat in het vervolg
een vertegenwoordiger van gemeentebestuur als voorzitter
zou optreden. Als zodanig werd aangewezen de directeur van
de dienst.
De commissie vergaderde in het verslagjaar 50 maal en
behandelde 227 gevallen.
In 38 gevallen werden beslissingen genomen in afwijking
van de gegeven adviezen door het gewestelijk arbeidsbureau.
Eén geval kwam in de plaatselijke revisie-instantie.
Het nauwe contact, dat met het gewestelijk arbeidsbureau
te Breda bestond, bracht een samenwerking tot stand, die
wederzijds begrip legde voor de moeilijkheden en aangenaam
van aard was
Ook met de rijksconsulent en de contact-ambtenaar ver
liep de samenwerking in de beste verstandhouding.
Op 17 Januari 1949 trad de gewijzigde overbruggingsre
geling in werking.
Eén van de naar voren tredende wijzigingen is wel de
samenstelling van de plaatselijke en centrale revisie-in
stantie
De PLAATSELIJKE REVISIE-IUSTAETTE dient ter beoordeling
van gevallen waarin van werknemers zijde klachten worden
geuit over of bezwaren worden gemaakt tegen vermeende on
juiste behandeling van een geval of interpretatie van de
bepalingen in het algemeen.