260 Als directeur van het woonwagenliefdewerk treedt op een Pater o.f.m. cap. Hij wordt bijgestaan door een bestuur, welks leden gekozen zijn uit verschillende beroepsrichtin gen, die door hun plaats in het verenigingsleven of door hun arbeid de belangen van het liefdewerk kunnen beharti gen. Het contact dat de maatschappelijke werkster ten behoeve van de woonwagenbewoners met de dienst heeft is over het algemeen een gevolg van verzoeken om financiële hulp, waaromtrent door haar een rapport wordt uitgebracht. Door de dienst wordt derhalve voorzien in de materiële nood. Deze voorziening is van groot belang voor het woonwagen liefdewerk, die haar werk van opheffing uit geestelijke ar moede slechts met vrucht kan verrichten indien in de mate riële nood zo goed mogelijk is voorzien. Hier schuilt echter voor overheidswege de grote moei lijkheid. Een vlotte financiële hulpverlening - waar alles voor is, indien deze noodzakelijk is - kan tot gevolg heb ben dat de gemeente een graag gezien centrum wordt voor hen, die hiervan willen profiteren. Dat dit niet alleen theorie is, blijkt wel hieruit, dat in het kamp van 's-Her- togenbosch van mond tot mond ging, dat in Breda reeds ve len door de dienst waren geholpen. Er kan hiertegen worden ingebracht, dat dit geen motief mag zijn de werkelijk armlastige bewoner de dupe te doen worden, doch dat de regeling, die fout is, herzien moet worden Inderdaad, men zal echter moeten toegeven, dat het de gemeente niet euvel kan worden geduid, dat zij een strenge selectie toepast. Bovendien moet niet worden vergeten, dat vooral bij deze mensen een leunen op geregelde hulp niet denkbeeldig is en zodoende de verleende hulp een rem wordt voor het verkrij gen van zelfstandigheid. Zo goed als bij de geestelijke hulp moet ook bij de mate riële voorziening een wijze beperking in acht worden geno men, wil het verlangde resultaat bereikt worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1949 | | pagina 270