322
Als oorzaak zou kunnen worden vermeld de verhoogde
Tantsoenwaarde voor spek en kookworstsoorten, het bonvrij
stellen van leverworst en tongenworst, maar vooral de op
heffing van de vleesdistributie op 7 November 1949»
C. HUISSLACHTINGEN
Ingevolge een schrijven van de minister van binnen
landse zaken dd. 17 April 1946, no. 1718 werd de keuring
van huisslachtingen voor de gehele keuringskring Breda ver
plichtend gesteld. Evenals in 1948 werden de keuringen
verricht door vijf keurmeesters in vaste dienst.
Als vervoermiddel werd gebruik gemaakt van vijf jeeps,
terwijl twee motoren als reserve dienden om een regelmatig
verloop van de keuring te garanderen.
Het medenemen van de afgekeurde organen geschiedde in
een zg. vuilnisemmer. s Avonds werd de gevulde emmer ver
wisseld voor een schone. Begraven van afgekeurd materiaal
had niet plaats.
Ten gevolge van de toeslag op het varkensvlees welke op
7 November werd verhoogd tot 55 cent- per kg geslacht ge
wicht werd een centrale slachting van de varkens noodzake
lijk. Be anders zo moeilijke gang van de huisslachters naar
het slachthuis werd hierdoor - geld verzoet veel - gemak
kelijk gemaakt.
In 1949 werden 1386 huisslachtingen in een goedgekeurde
slachtplaats geslacht, nl. 731 in het slachthuis te Breda
en 655 i*1 de centrale slachtplaats in de buitengemeenten.
Aan huis werden gekeurd 7606 varkens, 16 schapen en 13
geiten.
Evenals vorige jaren verliep de keuring der huisslach
tingen vlot. Begrijpelijk is, dat, vooral gedurende de pe
riode van de centrale slachtingen, het uiterste van het
personeel gevraagd werd.
Staat IX geeft een overzicht van de voor huiselijk ge
bruik bestemde slachtdieren vanaf 1939»