196 konden worden verstrekt, onvoldoende stimulans waren voor de particuliere woningbouw, hetgeen ook uit het hierna te geven cijfermateriaal blijkt. Door het zich in 1951 en 1952 bij de gemeente voordoende grote kapitaalgebrek werd er in die tijd geen aanleiding ge vonden om de credietfaciliteiten voor de particuliere woning bouw ruimer te maken. Deze kapitaaischaarste en de daaruit voortvloeiende ren testijging is nog aanleiding geweest tot een tweede vrijziging van de gemeentelijke hypotheekvoorwaarden in de verslagperio de. Deze wijziging, waarbij de rente voor hypothecaire credie- ten van 4 op 4li° s jaars werd. gebracht, is vastgesteld bij raadsbesluit van 23 Juli 1952? goedgekeurd door gedeputeerde staten bij besluit van 6 Augustus 1952, G. no. 31510. In de verslagperiode werden hypothecaire credieten toegekend tot een totaal van 42145, waarvan onder 1e hypothecair verband 27226, en onder 2e hypothecair verband 14919, verdeeld over 8 woningen. Van deze 8 leningen werden er 4 tot een totaal van 32745,tegen en 4 tot een totaal van 9400,tegen m -s jaars verstrekt. Met inbegrip van de in 1948 en 1949 toegekende credieten werd tot eind 1952 het bedrag der toegestane leningen gebracht op 104747, waarvan onder 1e hypothecair verband 73601,-- en onder 2e hypothecair verband 311 36 9 verdeeld over 17 woningen. Van de uitstaande 1e hypotheken werden er 4 in samenwer king met bouwspaarkassen verstrekt. Van de uitstaande 2e hypotheken zijn er 6, met tezamen een oorspronkelijk bedrag van 16217, waarvoor henrijk op grond van de financieringsregeling woningbouw 1948 tot 90$ garantie heeft verleend. Van de tot eind 1952 toegestane credieten tot een totaal van 104622,was op het einde der verslagperiode aan credietnemers uitbe taald en wederom afgelost 97222,— 5639,— zodat het uitstaand saldo bedroeg 91583,"

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1950 | | pagina 196