269 P. WOODSLACHTI«GEN, WRAK VEE EN AFGESLACHTE GESTORVEN SLACHTDIEREN Alle noodslachtingen, wrakke en gestorven slachtdieren uit de kring worden naar het slachthuis te Breda gebracht om ze aldaar te doen keuren» Een goed functioneerende centrale ophaaldienst zorgt voor het vlugge vervoer naar het abattoir. De keuring kan het gunstigst te Breda plaats vinden. Het slachten kan daar in de afzonderlijke noodslachtplaats het zindelijkst geschieden. Doordat de opzichter-keurmeester bij het slachthuis woont, is permanent toezicht aanwezigook gedurende de uren, dat het slachthuis niet is opengesteld. Er is geen tijdverlies door het heen- en terugrijden ten be hoeve van het bacteriologisch vleesonderzoek. Het vlees wordt er in afwachting van de keuringsbeslis sing in de koelinrichting bewaard. Zodoende wordt zoveel mogelijk vlees voor de consumptie gered en verkrijgt de eige naar een zo groot mogelijke opbrengst. De gemeente Etten-Leur beschikt wel over een goedgekeur de noodslachtplaatsmaar door het goed functionneren van de centrale ophaaldienst, wordt van deze inrichting geen gebruik gemaakt. Het totaal aantal noodslachtingen, wrak vee en afgeslach te gestorven slachtdieren bedroeg in 1950 444 stuks (waarvan 84 van buiten de kring) 1951 498 83 1952 612 K 138 ECADAVERS Alle niet afgeslachte slachtdieren (cadavers) uit de kring worden naar het slachthuis te Breda gebracht door de centrale ophaaldienst.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1950 | | pagina 269