285
UITVOERING RIJKSREGELINGEN
Belangrijkste wijzigingen in de regelingen
a. Sociale voorziening
Bij de inwerkingtreding der werkloosheidswet, op 1 Juli
1952, werden de overbruggings- en sociale bijstandsregelingen
met uitzondering van enkele circulaires, vervallen verklaard
In de plaats van deze vervallen regelingen trad de sociale
voorziening (datum van inwerkingtreding 1 30 Juni 1952). De
ze regeling onderscheidt een groep A en een groep B. De bepa
lingen voor groep A sluiten in grote lijnen aan bij de oude
overbruggingsregeling, die voor groep B bij de vroegere so
ciale bijstandsregeling. De belangrijkste verschillen bij groep
A zijn, dat de uitkeringstermijn thans 21 weken in plaats van
13 weken is,en dat de maximum-uitkering per dag verhoogd is
van 6,18 tot (voor niet-kostwinners van 5s36 tot
6,21).
Bij groep B is een belangrijke verbetering, dat aan gezins
hoofden en kostwinners naast het bedrag voor levensonderhoud
tevens een bedrag voor huishuur wordt uitgekeerd. Bovendien
is de uitkering voor het derde en volgende gezinslid losge
maakt van de wettelijke kinderbijslagregeling. De gezinsleden
toeslag bedraagt thans 4*02 per week en is daarmede gelijk
aan de hoogste uitkering, die krachtens de kinderbijslagwet
wordt verstrekt
Een andere ingrijpende wijziging bij deze groep is, dat in
wonende ongehuwde kinderen en pleegkinderen boven 25 jaar
in het algemeen niet meer als gezinslid worden beschouwd.
Voor hen wordt geen gezinsledenbijslag verstrekt, doch zij ont
vangen gedurende 13 weken, eventueel na de normale uitkering
volgens de A-groep, een uitkering van 10,-- per week.
Voorts is in de regeling opgenomen een voorziening voor het
verstrekken van een brandstoffentoeslag gedurende de winter
maanden s tevoren was dit afhankelijk van een telkenjare te
nemen besluit van de minister.