29 HOOFDSTUK III F I NANC I N I ALGEMEEN De ontwikkeling van de financiële toestand der gemeente kan niet onverdeeld gunstig worden genoemde Door het handhaven van het "beginsel van een sluitende "begroting leverde de gewone dienst over de verslagjaren wel iswaar geen nadelige saldi op, maar het sluitend houden der begroting kon slechts worden bereikt ten koste van het hanteren van een verzorgingsniveau, dat niet meer in over eenstemming was enerzijds met de uitbreiding, die de taak der gemeente in de laatste decennia heeft ondergaan, en ander zijds met de structurele Y/ijzigingen, die zich ten aanzien van het Bredase gemeentelijke leven voltrokken. De verouderde basis waarop de financiële verhouding tus sen rijk en gemeente berust, gepaard aan het naar gemeentelijk inzicht te geringe deel van de totale overheidsinkomsten dat via het gemeentefonds en op andere wijze ten gunste van de gemeenten komt, zijn oorzaak van evenbedoelde discrepantie. Het handhaven der financiële zelfstandigheid zonder sub jectieve bijdrage van het rijk of uit het gemeentefonds, het geen steeds door het gemeentebestuur van Breda als een be langrijke zaak -is beschouwd, zal niet langer mogelijk zijn, tenzij de bedoelde financiële verhouding spoedig en grondig wordt herzien. De stijging van het in kapitaal sob jee ten geïnvesteerde be drag per inwoner, kan - wat de geldelijk niet rendabele in vesteringen betreft - niet verontrustend worden genoemd, wanneer de waardevermindering van de gulden in aanmerking wordt genomen.In een grafiek,welke bij dit verslag is gevoegd (tussen pag. 36 en 37) wordt een vergelijking te dezer zake gegeven van de verslagjaren met de jaren 1939 en 1940» De stijging van het geldelijk rendabel geïnvesteerde be- drag per inwoner is relatief groter en de verhouding zal in de toekomst nog ongunstiger worden door de investeringen ten behoeve van de woningbouw. Het afschuiven van de financiering van de woningbouw door het rijk op de gemeenten, kan voor de gemeenten na afloop van de woningnood en het weer optreden van leegstand, eisen tot veroetering van woningen, enz. bedenkelijke gevolgen hebben.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1950 | | pagina 29