71
benutten van rioolwater voor bevloeiingsdoeleinden om hygië
nische en andere redenen, niet acceptabel was. Het college
stelde daarom de raad voor, deze gedachte te laten varen en
door te gaan met het plan het rioolwater af te voeren naar
Moerdijk. Op 28 Juli 1950 veienigde de raad zich met deze
zienswijze en stelde een crediet beschikbaar van 44-600,
voor het opstellen van de plannen voor de afvoerleiding met
bijbehorende installaties. Aangezien op het einde van de
verslagperiode de toestemming tot lozing in het Hollands
Diep nog niet van de minister van waterstaat was ingekomen,
kon de opdracht tot het opstellen van de plannen nog niet
definitief Y/orden gegeven.
Inmiddels heeft het genoemde ingenieursbureau het stads-
riooiplan in bewerking genomen, hetgeen vooral noodzakelijk
was met het oog op de klachten over de vervuiling van de
Haven
Einde 1952 werden plannen tot verbetering van de riole
ring in Markendaalseweg, Chassee- en Marksingel, alsmede
in Prinsenkade e.o. goedgekeurd, welke - passend in het cen
trale plan - verbetering van de situatie in de Haven zullen
brengen. Ook de riolering van de Wilhelminasingel werd in
1952 nader uitgewerkt en zal begin 1955 "tot uitvoering ko
men.
In verband met de bouw van het nieuwe sanatorium "Klok-
kenberg" deed zich een aantal problemen voor inzake de aan
leg van een riolering voor de afvoer van het afvaly/ater.
Speciaal voor wat betreft de physisch-chemische en de bac
teriologische zijde van dit vraagstuk werd het advies ge
vraagd van het rijksinstituut voor zuivering van afvalwater.
Lozing op de rivier de Mark moest worden verworpen, om
dat, zelfs na voorreiniging van het water, de kans op ver
breiding van besmettingen niet uitgesloten v/erd geacht. Ook
het t.b.c.-vrij maken van de veestapel kwam hierbij in het
geding. Er bleef geen andere mogelijkheid dan aansluiting op
de stadsriolering, waardoor te zijner tijd afvoer naar groot
water of Y/el naar een zuiveringsinstallatie mogelijk wordt.
In November 1952 verleende de raad het benodigde crediet
voor het rioleringswerk in de Galderseweg.
Door de sterke groei van het Heuvelkwartier is uitbrei
ding der riolering aldaar onvermijdelijk gebleken. De afvoer
van het vuil water, welke, zolang het centrale riolerings
plan nog niet is tot stand gekomen, in de rivier de Aa of