73
Bij raadsbesluit van 15 Juiii 1950 werd bepaald, dat de
herziening van het partieel uitbreidingsplan "Brabantpark"
voor een op tekening aangegeven gedeelte in voorbereiding
is. Dit besluit was nodig om te voorkomen, dat de gemeente
lijke plannen voor reeds inkomende bouwaanvragen zouden wor
den doorkruist.
Een partiële herziening van het uitbreidingsplan "Brabant
park" dd. 19 Januari 1950, in verband met de stichting van
een R.K. middelbaar technische school, werd op 19 April 1950
(onder no. G 30923 H) goedgekeurd door gedeputeerde staten.
Op 28 Juli 1950 besloot de raad te bepalen, dat herzie
ning wordt voorbereid van de volgende uitbreidingsplannen s
a. uitbreidingsplan in onderdelen der gemeente Teteringen
dd. 28 Juni 19405
b. uitbreidingsplan in onderdelen der v.m. gemeente Ginneken
en Bavel dd. 22 September *19381
c. uitbreidingsplan in hoofdzaken der v.m. gemeente Ginneken
en Bavel dd. 22 September 1938-
Het uitbreidingsplan "Brabantpark" in hoofdzaak kwam in
middels gereed.Het werd in November 1951 gepubliceerd. Dit
plan vrerd op 12 Maart 1952 door de raad vastgesteld, waarbij
tevens een aantal bezwaarschriften, deels betrekking hebbend
op kwesties van tuinbouwkundige aard, anderdeels het tracé
van de nieuwe verkeersweg betreffend, werden behandeld. Gede
puteerde staten verleenden hun goedkeuring bij besluit van
29 October 1952, no. G 53060a H. Zij verbonden echter aan deze
goedkeuring de voorwaarde, dat alsnog aan enige bezwaren zou
worden tegemoet gekomen.
Voorts werd op 24 November 1951 gepubliceerd een plan tot
herziening van het uitbreidingsplan in onderdelen "Brabant
park A" hetwelk door de raad op 12 Maart 1952 werd vastge
steld, met bijbehorende bebouwingsvoorschriften. Dit plan
werd, behoudens enige onderdelen der bebouwingsvoorschrif
ten door gedeputeerde staten goedgekeurd bij besluit van 29
October 1952, no. G 33061/40617 H.
Nadat de raad op 17 Mei 1950 een plan tot onteigening van
gronden ten behoeve van het uitbreidingsplan "Boeimeer" had
vastgesteld, moest dit om formele redenen opnieuw geschieden,
hetgeen in de vergadering van 19 Februari 1951 gebeurde.