76 Ten behoeve van de nieuwe wijk omgeving Meidoornstraat stelde de raad op 12 April 1950 vast het partieel uitbrei dingsplan "Kerkcentrum Rozenkransparochie" (Meidoornstraat), welk besluit op 25 October 1950, onder no. G. 40420 H, de goedkeuring van gedeputeerde staten verwierf. De ontwikkeling der bebouwing in de omgeving der Cimbur- galaan, maakte aldaar een voorziening noodzakelijk. Vastge steld werd een partieel uitbreidingsplan in onderdelen "Cim- burgalaan", met daarbij behorende bebouwingsvoorschriften (raadsbesluit 27 September 1950) goedgekeurd door gedeputeer de staten op 20 December 1950? G. no. 46771 H. De transacties opgenomen in het plan tot behoud van de K.M.A. strekken zich ook uit over grondcomplexen, gelegen in het gebied nabij de Poolseweg. Daardoor werd het noodzakelijk een partieel uitbreidingsplan Poolseweg met bebouwingsvoor schriften vast te stellen. Dit geschiedde bij raadsbesluit van 25 Mei 1950. Het oude partiële uitbreidingsplan "Achil- lesstraat" en een gedeelte van het uitbreidingsplan in on derdelen van de voormalige gemeente Ginneken werd gelijktijdig bij dit besluit ingetrokken. De goedkeuring op een en ander werd op 20 September 1950 (G. no. 38272 H) ontvangen. Ook voor de hierin betrokken gronden werd een onteige ningsprocedure ingezet. (Raadsbesluiten 18 Januari 1951? 12 April 1951? koninklijke goedkeuring 17 September 1951? no° 6. Gewijzigd 13 Februari 1952, goedkeuring 19 Maart 1952, no. 17). Door verschillende omstandigheden, zoals het gewijzigd tracée van rijksweg no. 27 en de stedebouwkundige plannen voor het Brabantpark, was een herziening van het plan 1951 nodig. Deze kwam in de raadsvergadering van 13 Februari 1952 tot stand (goedkeuring gedeputeerde staten 8 October 1952, G. no. 33059 H). Nadere detaillering van dit plan in hoofdzaken werd vast gelegd in het partieel uitbreidingsplan Poolseweg 1952, het welk met bijbehorende bebouwingsvoorschriften door de raad op 14 Mei 1952 werd vastgesteld. (Door gedeputeerde staten even eens goedgekeurd op 8 October 1952») De behoefte deed zich gevoelen nadere voorschriften te stellen voor een terrein ten zuiden van de Teteringsedijk, bestemd voor vestiging van klein-industriedat een onder deel vormt van het uitbreidingsplan "Brabantpark"In de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1950 | | pagina 76