133 Onderwijs en opvoeding In 1953 kon een aanvang worden gemaakt met het geven van onderwijs aan zwakbegaafdenDit onderwijs droeg nog een expe rimenteel karakter. Het was nlop dit terrein de eerste proef in Nederland. Er werd gestart met de leervakken gie ten en vormen, schilderen en schoenmaken. In 1954 werd het leervak "constrnctiehankwerken" toegevoegd. Dit leervak is vooral van betekenis, omdat men daardoor in staat is te on derzoeken of de mogelijkheid aanwezig is deze jongens te doen opnemen in de technische sector van de industrie. Wil men de groep zwakbegaafden een redelijke kans geven zich een bescheiden maar blijvende plaats te veroveren in het arbeidsproces, dan is de metaalindustrie hiervoor wel haast onmisbaar. Men vergete niet dat de groep zwakbegaafder ruim 20"/o van de Nederlandse jeugd uitmaakt. Het onderwijs aan zwakbegaaf den mocht zich in een zeer gro te belangstelling uit alle delen des lands verheugen. Uit de voornaamste steden werden verzoeken ontvangen eens een onderwijsdeputatie te mogen zenden. Dit was begrijpelijk, want ook daar zat men met het vraagstuk van het grote percen tage leerlingen dat niet in staat geacht wordt het normale lager technisch onderwijs te volgen. Ook van de zijde van dq autoriteiten op onderwijsgebied was er grote belangstelling, vooral omtrent de wijze waarop het onderwijs in didactische zin wordt gegeven. In overleg met het gemeenschappelijk instituut voor toege paste psychologie te Tilburg werd besloten tot een psycho technisch onderzoek van beduidend groter omvang dan de gewone schooltest. In tegenstelling met de laatste werd hier niet onderzocht of de leerling voor het door hem gekozen beroep geschikt was, maar werd meer de nadruk gelegd op het vinden van het meest geschikte beroep voor de adspirant-leerling Eigenaardig hierbij was meestal, dat bij het merendeel der leerlingen het door de ouders gekozen beroep ook bij het psy chotechnisch onderzoek als het meest geschikte naar voren kwam. In hoeverre hierbij een toevalsfactor een rol heeft ge speeld, is moeilijk na te gaan. De resultaten van het onder wijs zijn zeer bevredigend. De jongens werken met een animo en tonen een belangstel ling, die beduidend hoger ligt dan men op de gewone nijver heidsscholen aantreft.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1953 | | pagina 133