145 van de oorlogsschade, welk herstel gelijktijdig met de restau ratie heeft plaatsgevonden. De steenhouwerswerkplaats aan het Stadserf kon worden uit gebreid met een aan het reeds in gebruik zijnde terrein met opstal grenzende opslagplaats voorheen in gebruik bij de ge- meentelijke dienst voor sociale zaken, met welke uitbreiding burgemeester en wethouders in hun vergadering van 8 mei 1953 akkoord gingen. Wegens drukke werkzaamheden van de heer Bardet, opzichter bij beide restauraties, zijn de daaraan verbonden administratieve werkzaamheden vanaf begin 1955 door diens echtgenote mevrouw L. Bardet-Verschuur verricht. De commissie voor de restauratie waarin vanaf het begin der verslagperiode als vertegenwoordiger van de gemeenteraad de heer Fr. Mol zitting heeft genomen, heeft vergaderd op de data 10 juni 1953, 12 januari 1955 en 10 januari 1956. In de verslagperiode werden aan de restauratie de navolgen de bedragen met 50% rijkssubsidie en 16% provinciaal subsidie verwerkt 1953 214488,23 1954 II 264504,66 1955 II 276097,-- 1956 II 370956,18 b. Restauratie Grote Kerk De reeds in 1904 aangevangen restauratiewerken bereikten in deze verslagperiode een belangrijk stadium. Met name kon op 9 juni 1956 worden overgegaan tot volledige ingebruikneming van het gerestaureerde kerkgebouw voor de eredienst. Sedert dien kunnen na een lange reeks van jaren het schip en het koor v/eer tezamen voor de godsdienstoefeningen worden gebruikt. Aan dit heuglijke feit werd bijzondere luister bijgezet door de aan wezigheid van H.K.H. Prinses Wilhelmina, die de plechtigheid, gezeten in de Prinsenbank van het Koninklijk Huis bijwoonde. Tevens konden in 1956 worden ingediend de plannen en de be groting voor de in- en uitwendige restauratie over een 10-ja- rige periode, na afloop waarvan de restauratie verwacht wordt te zijn voltooid. Bij raadsbesluit van 8 augustus 1956 is hier voor een gemeentelijk subsidie toegekend ten belope van 20% van 885400,--, zijnde 177080,--. Verder is toen de voorheen aangehouden limiet van 20000,-- subsidie per jaar komen te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1953 | | pagina 145