147
kapel niet vóór 1534 durft te dateren. Aangezien echter te
bewijzen is, dat zijn datering van de St. Joostkapel veel te
laat is, lijkt er geen bezwaar tegen ook de bouwtijd van de
Wendelinuskapel vroeger te stellen.
Uit het vorenstaande blijkt, dat de Waalse Kerk een van de
oudste gebouwen van Breda is, zodat de zorg voor het behoud
daarvan mede op de weg der overheid ligt. Daarom besloot de
raad op 12 november 1952 aan de kerkeraad van de Waalse ge
meente een subsidie - afgestemd op het inmiddels aangevraag
de rijkssubsidie - toe te kennen in de kosten van restauratie
van het kerkgebouw.
Door de minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen
werd bij zijn besluit van 25 maart 1953 een rijkssubsidie voor
dit doel verleend, terwijl door hem op 23 maart 1955 een rijks
subsidie werd toegezegd in de kosten van de tweede étappe der
re stauratie
d. De Poolse Kapel
In verband met de 10e verjaardag van de bevrijding van
Breda door de Polen op 29 oktober 1954 werd door een uit de
burgerij opgericht "Comité tot bouw van een kapel ter ere van
C L. Vrouw van Czetochowa" op instigatie van zijne hoogwaardi
ge excellentie mgr. J. Baeten, bisschop van Breda, besloten
de Polen uit dankbaarheid voor de bevrijding van de stad Breda
en haar behoud een kapel, toegewijd aan 0.1. Vrouw van Polen,
aan te bieden.
Door het comité ?ferd toestemming verzocht de kapel in het
Brabantpark - nabij de Lo^ensdijkstraat en Wilhelminasingel -
te bouwen en de daarvoor benodigde grond in de vorm van erf
pacht dan wel eigendom aan het r.-k. kerkbestuur van de pa
rochie van het H. Sacrament ter beschikking te stellen.
Op 16 november 1955 besloot de raad tot verkoop van de
grond aan het Bisdom Breda.
e. Het etnografisch museum
Bij het begin van deze verslagperiode bestond reeds enige
tijd het gevaar, dat het etnografisch museum aan het Kasteel
plein, gevestigd in het voormalige huis van Justinus van Nas
sau op de hoek van genoemd plein en de Gingelstraatgebruikt
zou gaan worden voor het onderbrengen van officieren van de
zich steeds uitbreidende koninklijke militaire academi e waarbij